niet aan te trekken. Ik zeg dit slechts om mijn betoog kracht bij te
zetten.
Mijnheer de Voorzitter! U zult zich hebben afgevraagd, waar
om ik hierop zo uitvoerig inga. Ik doe dit, omdat wij niet de uit
voerige uiteenzetting in de Memorie van Antwoord hebben gekre
gen, die wij hebben gevraagd. Wij hebben namelijk gevraagd, deze
kwestie omstandig uit de doeken te doen, zodat wij een beter oor
deel zouden kunnen vellen. Dat kunnen wij aan de hand van de
Memorie van Antwoord beslist niet. Wat ik hier vermeld, ben ik
aan de weet gekomen door mij persoonlijk in dit vraagstuk te ver
diepen en niet aan de hand van een uitvoerige uiteenzetting in de
Memorie van Antwoord. Hoewel ik dus niet volledig ben voorge
licht van de zijde van de Regering, durf ik toch een suggestie te
doen. Zou het niet wenselijk zijn, dit probleem te onderwerpen aan
het oordeel van een selecte commissie, waarin dan de cultuurtech
nische dienst, de volkshuisvesting en het notariaat vertegenwoor
digd zouden moeten zijn? Deze drie groepen zijn bij de dienst im
mers het meest betrokken. Mijn indruk is, dat het nuttig zou zijn,
wanneer over dit vraagstuk van buitenaf en vooral ook ter voor
lichting van de Kamer een kleine studie zou worden gemaakt.
Wanneer deze suggestie niet in goede aarde mocht vallen, zou ik
op zijn minst een notaatje verlangen, opdat wij hierover een beter
oordeel kunnen vellen dan tot nu toe het geval is geweest.
Nu heeft de minister in de Memorie van Antwoord een opmer
king gemaakt, waarmede ik het volkomen eens ben. Hij heeft n.l.
de wenselijkheid uitgesproken om tot een zo goed mogelijke coör
dinatie te komen. Nu zegt de Minister: daarvoor is indertijd ook de
Afdeling Kadaster en Hypotheken ingesteld. Ik neem dat gaarne
aan, maar het is toch zo, dat de hypotheekkantoren niet recht
streeks onder de verantwoordelijkheid van het hoofd van die afde
ling zijn gesteld, maar onder de directeuren van de belastingen. Er
is dus geen sprake van coördinatie uit een oogpunt van beleid;
integendeel, het is naar mijn mening zeer verbrokkeld. Ik zou daar
om gaarne willen vragen, en in het bijzonder aan de geachte heer
Staatssecretaris, van wie ik weet, dat hij zo'n bijzonder grote be
langstelling heeft voor Benelux-problemen, op het terrein van de
belastingen gelegen ik reken dit vraagstuk nu maar even voor
zijn gemak tot het terrein van de belastingen is het mogelijk,
dat nog eens wordt nagegaan, hoe dit in België is geregeld? Ik
meen te weten, dat men het daar sedert een 20 of 25 jaar eigenlijk
precies zo heeft geregeld als het mij op dit moment voor ogen staat.
In dezelfde vergadering merkte de Heer van Leeuwen op:
Nog een enkel woord over het kadaster, waarover ook de ge
achte afgevaardigde de heer Vondeling heeft gesproken, en de
landmeters. Het zou misschien leerzaam zijn, indien de Minister
van Financiën aan de Volksvertegenwoordiging een overzicht kon
8