geven van de organisatie en de functionnering van de organen en diensten van het kadaster en van de hypotheken. Dit naar voor beeld van hetgeen de Minister van Landbouw, Visserij en Voedsel voorziening heeft gedaan omtrent de functionnering van de orga nen en diensten, die onder hem ressorteren. Ik zou daaraan nog de vraag willen toevoegen: Waarom zijn er in 1954 tot heden nog geen landmeters eerste klasse van het kadaster tot hoofdlandmeters benoemd, terwijl de goedgekeurde begroting van 1954 een aantal van 95 noemt en er in 1953 slechts een 60-tal zijn benoemd? Ook de Heer Engelbertink en zijn politieke vrienden zijn van oordeel, dat de promoties van de landmeters te langzaam gaan. Hier volgen de passages, op het kadaster betrekking hebbende. De korte tijd, die ik kan gebruiken voor de bespreking van de voor ons liggende begroting, wil ik in hoofdzaak benutten om enkele opmerkingen te maken over Kadaster en Hypotheken. Mijn fractiegenoten en ik zijn overtuigd van de grote betekenis, die de Dienst van het Kadaster en Hypotheken voor ons volk heeft en speciaal voor de bodem- en grondeigendom. Wat de Minister ons heeft medegedeeld in de Memorie van Toelichting en de Me morie van Antwoord omtrent personeelsformatie, dienstformatie en achterstand in de bijhoudingsdienst, heeft ons dan ook lichtelijk verontrust. Mij ontbreekt de tijd op alles uitvoerig in te gaan, doch ik meen te moeten stellen, dat deze dienst in belangrijkheid verre is uitgegroeid boven wat men in 1832 bij de inrichting er van ver wachtte. Het is niet langer een dienst ten bate van de grondbelas ting, maar het is een instituut voor de bodem in Nederland gewor den. Toen waren de werkzaamheden overwegend van fiscale aard, maar ik geloof, dat wij thans mogen stellen, dat hoogstens 10 tot 20 pet. van de werkzaamheden van de dienst samenhangt met fis cale belangen. Ik ben het in belangrijke mate eens met wat de ge achte afgevaardigde de heer Vondeling ten aanzien van deze dienst heeft opgemerkt. Ik wil dat niet herhalen, maar ik wil het wel on derschrijven. Het leeuwendeel van de werkzaamheden van deze dienst die men de burgerlijke stand van de grond zou kunnen noemen ge schiedt voor andere doeleinden. Ik denk bij voorbeeld aan Rijks waterstaat, Wederopbouw en Volkshuisvesting, Landbouw, pro vincies en gemeenten en niet het laatst aan de particulieren, die het kadaster voortdurend moeten raadplegen. Wat hebben wij aan een kadaster, dat niet bij is? Erger, Mijn heer de Voorzitter, wat heeft men in de toekomst aan een kadaster dat geen behoorlijke service kan bieden, omdat het over vele ge gevens hierbij denk ik b.v. aan de aard van de grond, de karte- ringsresultaten, gelegde leidingen, pachtgegevens, gegevens over uitbreidings- of streekplannen, gegevens over natuurreservaten niet beschikt? Hoe dringend hermetingen nodig zijn bij het kadas- 9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1955 | | pagina 11