ter, kan men ervaren op ruilverkavelingsstemmingen. Daar blijkt
nog voortdurend, dat doden moeten meestemmen. Ook uit de prak
tijk blijkt, dat tal van andere diensten eigen meetkundige bureaux
zijn gaan inrichten, zoals b.v. de Spoorwegen en de Rijkswater
staat. Juist nu de kadastrale dienst zich modern gaat oriënteren
getuige de fotogrammetrie is het zaak het kadaster weer vol
ledig te doen groeien tot de boekingscentrale van alle gegevens
omtrent onze bodem.
Mijnheer de Voorzitter! Ik ben hierom van mening, dat het nodig
is, dat kadaster en hypotheken een zelfstandige dienst wordt van
het Departement van Financiën en niet langer een afdeling van de
belastingdienst van dit Departement. In dit opzicht onderschrijf ik,
wat prof. Polak op 10 Juni hierover heeft gezegd. Ik zou gaarne
van de Minister vernemen, welke toezeggingen hij hieromtrent kan
doen. In Denemarken, Zwitserland, België en Frankrijk zijn deze
diensten heel anders georganiseerd dan hier te lande.
De achterstand in de bijhoudingsdienst wordt door de Minister
volmondig toegegeven. Ook de buitenwacht wist dit reeds. Dat de
afdeling ruilverkaveling van het kadaster in de komende jaren de
bottle-neck" zal zijn, waardoor belangrijke saneringen en land-
verbeteringen op het oude land worden afgeremd, is misschien min
der bekend. De nieuwe Ruilverkavelingswet vraagt zeker 25 pet.
meer werk van de kadastrale ambtenaren dan de oude. De perso
neelsbezetting is onvoldoende en er is weinig animo om tot deze
dienst toe te treden. De Minister weet dit.
Wat mogen wij nu verwachten?
De Minister wil nu snel meer middelbaar personeel opleiden en
voor het aantrekken van meer hoger personeel studietoelagen in
het uitzicht stellen. Ik kan hier wel mee akkoord gaan, maar vraag
evenals vorige jaren, of de Minister allereerst zorg wil dragen, dat
de kwaliteit van het werk op peil zal blijven, dat wij dus niet krij
gen een verminking van de kwaliteit van het werk van het
kadaster.
Dat de Minister moeilijkheden heeft ten aanzien van de perso
neelsbezetting bij het kadaster, verwondert mij niet, want:
1°. De normale promotiekansen liggen bij het kadaster zeer
ongunstig. Om hoofdlandmeter te worden, moet men hier praktisch
de 50 jaar gepasseerd zijn, op welke leeftijd de zwaarste gezins-
lasten reeds achter de rug zijn.
Bij andere dienstvakken, als Rijkswaterstaat, belastingen,
accountantsdienst, worden ongeveer gelijksoortige rangen bereikt
op circa 35- tot 40-jarige leeftijd. Dan beginnen immers de gezins-
lasten gewoonlijk het zwaarst te drukken.
2°. De salarisschalen bij deze dienst liggen ongunstig vergele
ken bij ongeveer gelijke diensten. De Minister moet ze maar eens
10