vergelijken met de Cultuurtechnische Dienst, de Rijkswaterstaat
of belastingdienst.
Mijnheer de Voorzitter! Het beperkte korps ambtenaren van het
kadaster werkt met veel toewijding, en klachten over hun werk
hoort men niet, maar ze zijn achter en ze kunnen niet aan de vele
vragen uit de maatschappij voldoen. Dit zou de dienst in discrediet
kunnen brengen.
Mijnheer de Voorzitter! In de Memorie van Toelichting zegt de
Minister, dat het aantal hoofdlandmeters moet worden uitgebreid,
het betreft hier slechts een normale bevordering. Volgens de be
groting 1954 zouden er reeds 95 hoofdlandmeters moeten zijn; toch
zijn er nog altijd slechts 57 althans de vorige week
Waarom moeten deze mensen toch bijna een jaar wachten op
hun bevordering?
Nu zullen het er 115 worden volgens de begroting 1955, maar
wanneer, zo vraag ik.
Mijn politieke vrienden en ik hebben toch wel ernstige bezwaren
tegen de wijze van behandelen. Op deze wijze kan men onmogelijk
een goede geest kweken bij de ambtenaren van dit dienstvak, en
wat nog erger is: men onthoudt deze categorie uit de toch reeds
relatief achtergeraakte middengroepen, wat hun volgens de begro
ting reeds lang had moeten worden toegekend. Kan de Minister
mij mededelen of deze bevordering alsnog zal geschieden met terug
werkende kracht? Tevens wil ik gaarne vernemen, of de rang
hoofdlandmeter A zal worden ingevoerd. Ik vraag dit in verband
met de aangekondigde maatregel op blz. 12, rechterkolom,
onderaan.
De Heer Van de Wetering sprak als volgt (Handelingen 16
November 1954, blz. 267).
Mijnheer de Voorzitter! Ik had ook iets over het kadaster willen
zeggen, maar er is al zo veel over gezegd, zodat ik mij zal beper
ken. Een paar maanden geleden ben ik in aanraking gekomen met
een bepaald geval met betrekking tot het kadaster, dat ik aan de
Directeur-Generaal van de belastingen heb voorgelegd. Nu heb ik
juist vanmorgen een antwoord over die kwestie gekregen. In ver
band hiermee wil ik toch wel zeggen, dat er meer aan deze kwestie
vastzit dan in de Memorie van Antwoord wordt voorgesteld.
Ik wil niet zeggen, dat in de Memorie van Antwoord een foute
voorstelling wordt gegeven, maar wel een optimistische. Als
men de situatie eens rustig nagaat, dan blijkt, dat deze zorgwek
kend is. Verschillende voorbeelden zijn hier vanmiddag in dit
opzicht genoemd: toenemende achterstand van het werk bij deze
belangrijke Overheidsdienst; achterstand in de meting van nieuw
gevormde eigendomsgrenzen en daarmede in de administratie van
nieuwe 'eigendomsverhoudingen van gedeeltelijke percelen. Die
achterstand wordt in de Memorie van Antwoord gesteld op twee
11