jaar. Ik acht dit te meer verontrustend, omdat het Nederlandse
Kadaster nog steeds de naam heeft een belangrijke bijdrage te
leveren tot de rechtszekerheid van de grondeigendom.
Deze achterstand zal blijven groeien, wanneer de personeelsfor
matie bij deze dienst niet op korte termijn wordt aangepast aan de
behoefte van de dienst. Meer landmeters en tekenaars zullen moe
ten worden aangetrokken, terwijl de invoering van volledig middel
bare krachten in de personeelsformatie reeds is bepleit.
Vindt de omstandigheid, dat niet meer geodetische ingenieurs
zich aanmelden voor de betrekking van landmeter van het kadaster,
niet ook haar oorzaak in de onbevredigende doorstroming naar
hogere rangen bij de kadastrale dienst? Thans zijn 57 hoofdland
meters in functie. Op de begroting-1955 worden gelden beschikbaar
gesteld voor uitbreiding van het aantal tot 115. Ik neem aan, dat de
afdeling Kadaster en Hypotheken van het Departement van Finan
ciën reeds enkele keren landmeters 1ste klasse voor bevordering tot
hoofdlandmeter voordroeg, maar de benoeming bleef tot nu toe
uit. Ik weet niet waarom; er zal wel een zekere bedoeling achter
hebben gezeten, maar dit wekt in het korps landmeters groeiende
ontevredenheid. Het valt ook op ik heb daaromtrent een zeer
interessant staatje gezien dat vele hoofdinspecteurs-titulair bij
de belastingdienst in deze rang worden benoemd, wanneer zij 35 of
36 jaar oud zijn. Dat is tenminste meestal wel het geval.
De hoofdlandmeters, eveneens tot de Belastingdienst behorend,
zijn thans allen boven de 50 jaar, een levenstijdperk, waarin de
grootste gezinsuitgaven achter de rug zijn.
Waarom, vraagt men zich in landmeterskringen af, wordt voor
het technisch werk niet de functie-bouw aanvaard van de Rijks
waterstaat, zodat ook de rang van hoofdlandmeter A wordt inge
voerd voor de hoofden van de grotere bureaux, wier salariëring nu
gelijk is aan die van de oudere aan hen toegevoegde hoofdland
meters?
Dat het hoofd van de afdeling, de inspecteur van het Kadaster
en de Hypotheken, in salaris gelijk is gesteld met de ingenieurs
verificateur, wordt algemeen gezien als een miskenning van deze
kadastrale functie.
Een verklaring voor de verontrustende achterstand in het werk
en voor het onbevredigende personeelsbeleid meen ik te hebben
gevonden in de plaats, die het Kadaster en de Hypotheken tot nu
toe aan het Departement bleef toegewezen als onderdeel van de
belastingdienst. Een eeuw geleden was deze plaats waarschijnlijk
verantwoord, het dienstvak van Kadaster en Hypotheken was toen
globaal voor 80 pet. fiscaal, terwijl het verder andere belangen
diende.
Deze getallen dienen thans geheel gewijzigd te worden. Prof.
12