worden getroffen. In de eerste plaats zal er een voorziening dienen
te worden getroffen op het gebied van de recrutering van de hoofd
ambtenaren bij het kadaster, dus wat de landmeters betreft. Er
bestaat op het ogenblik geen voldoende belangstelling voor de
studie voor geodetisch ingenieur te Delft en dat is een van de
redenen, waardoor de recrutering van hoofdambtenaren bij het
kadaster niet goed loopt. Een eerste maatregel om een goede perso
neelsvoorziening te bevorderen, zou moeten zijn, dat worden ge
creëerd, laat ik zeggen, surnumerairs van het kadaster, d.w.z. dat
degenen, die studeren in Delft voor geodetisch ingenieur en voor
bestemd zijn om bij het kadaster te komen, een toelage zullen ge
nieten, die ongeveer of geheel overeenkomt met de toelage, die te
dien aanzien aan de Rijksbelastingacademie geldt. Op deze wijze
zal er een prikkel ontstaan om een aantal studenten er toe te krij
gen deze studie te gaan volgen.
In de tweede plaats meen ik, dat het mogelijk is bij het kadaster
een zekere verschuiving van arbeid van de landmeters tot stand te
brengen in de richting van middelbaar personeel, zij het dan niet
van middelbaar personeel, zoals het thans is opgeleidIk wil daar-
mede geenszins zeggen, dat het personeel, dat thans zijn taak in
dit opzicht doet, die taak niet goed zou doen, maar om een verdere
verschuiving van werk naar middelbaar personeel te bewerkstelli
gen, zal er een bredere opleiding moeten worden geschapen, en
wel op tweeërlei wijzeIn de eerste plaats door de mogelijkheid te
scheppen, dat afgestudeerden van de middelbaar technische school
worden aangetrokken, en in de tweede plaats door het huidige per
soneel, tekenaars en landmeetkundige ambtenaren, een bredere
opleiding te laten volgen, die hen in staat zal stellen om, zij het
onder leiding van de landmeter, werk te doen, dat zij tot dusverre
niet hebben kunnen doen. Dit zal met zich meebrengen, dat er een
dienovereenkomstig rangenstelsel voor het middelbare personeel
moet worden gecreëerd. Ik meen, dat op deze wijze een toestand
kan worden verkregen, waarbij de regel wordt gevolgd, aan welks
bestaan op het Departement van Financiën de geachte afgevaardig
de de heer Peschar twijfelt, de regel namelijk, dat wat door middel
bare ambtenaren kan worden verricht niet door hogere ambtenaren
dient te worden gedaan, terwijl de nauwkeurigheid van het werk
niet mag worden aangetast. Ik kan mij met deze regel verenigen en
meen, dat op deze wijze de mogelijkheid tot het volgen van die regel
zal worden geopend.
Ik meen, dat als derde maatregel inderdaad een betere promotie
regeling voor landmeters verantwoord is. Ik heb mij te dien aan
zien, evenals met betrekking tot de vorige punten, in verbinding
gesteld met de Minister van Binnenlandse Zaken, die deze zaak
uit een oogpunt van algemene personeelspolitiek bekijkt. Op het
ogenblik worden alleen de hoofden van de grotere bureaux van de
Landmeetkundige Dienst en bij wijze van overgangsmaatregel ook
15