van hetgeen de Staatssecretaris heeft gezegd met betrekking tot de maatregelen, die genomen zullen worden om in de komende periode het personeelstekort weg te werken. In de eerste plaats wil ik dan iets zeggen omtrent de recrutering van de hogere ambtenaren. Ik heb er begrip voor, dat de Staats secretaris de toelage voor de studie in Delft wil stellen op de basis van de vergoeding, die aan de surnumerairs bij de belastingen wordt gegeven. Ik vraag echter: is dit wel de juiste weg om de be nodigde afgestudeerde ingenieurs uit Delft aan te trekken? Moeten in het vervolg ook h.b.s.-en, die wiskundeleraren nodig hebben, dergelijke toelagen gaan verstrekken en moet het Ministerie van Verkeer en Waterstaat hetzelfde gaan doen? Is het niet juister, dat de dienst zelf een zodanige beloning voor zijn ambtenaren kent, dat studenten, die hiervoor in aanmerking komen, de studie met liefde opvatten? Ik meen, dat de Staatssecretaris die toelage op het ogenblik wel nodig heeft, maar hij moet het niet zo zien, dat dit iets blijvends is. Liever zag ik, dat de financiële positie van de ambtenaren bij de kadastrale dienst wordt verbeterd. Ik heb ver wezen naar een vergelijking tussen Rijkswaterstaat, de Cultuur technische Dienst en de belastingdienst. Hierop is de Staatssecre taris niet ingegaan. Ik zou gaarne zien, dat hij hier toch aandacht aan besteedde. Met betrekking tot het middelbare personeel heeft de Staats secretaris, meen ik, gezegd, dat bij alles de kwaliteit van het werk in het oog zal worden gevat. Ik heb er natuurlijk alle waardering voor, dat mensen uit een middelbare rang de mogelijkheid krijgen ruimer te worden ingeschakeld. Het heeft mij verheugd, dat de Staatssecretaris heeft toegezegd volgens de begroting te zullen wer ken, dat landmeters tot hoofdlandmeter worden bevorderd. Dit zal een groot aantal van deze mensen verheugen; thans zijn er 57, maar volgens de voor ons liggende begroting kunnen het er met 1 Januari 1955 115 zijn. Er wachten dus velen op bevordering. Dat ook de rang van hoofdcontroleur (bedoeld is: hoofdland meter A. Red.) zal worden ingevoegd, is niet anders dan toe te juichen. Ik acht dit zeer belangrijk, maar ik zou toch wel willen, dat bij het instellen van deze rang en bij alle promotie ook een vergelijking wordt gemaakt met andere dienstvakken, opdat de lijn in de verschillende sectoren gelijk blijft en de gemiddelde eind- bevordering bij het kadaster nu ook eens komt te liggen voor hoofdlandmeters op een leeftijd van 35 a 40 jaren, zoals bij de meeste andere dienstvakken gebruikelijk is. Tenslotte iets over de zelfstandigheid van de dienst Kadaster en Hypotheken. Natuurlijk heb ik niet de bedoeling de Staatssecretaris aanwijzingen te geven omtrent de inrichting van de dienst. Wan neer ik in eerste termijn gesproken heb over een zelfstandig maken van deze dienst, dan was dit voornamelijk gegrond op het zeer aparte werk, dat bij de dienst Kadaster en Hypotheken verricht is;

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1955 | | pagina 20