bij overleg in zaken, waarover zij overleg moeten plegen, en geen enkele organisatievorm kan uiteraard dat zakelijke contact weg nemen. De heer Engelbertink: Dus niet met directeuren van belastingen? De heer Van den Berge, Staatssecretaris van Financiën: Met hen hebben zij wel contact, maar zij zijn hiërarchisch niet aan hen ondergeschikt. Zij hebben dat contact in die zin, dat zij met hen werkzaamheden moeten verrichten, die altijd gedaan zullen moeten worden, welke organisatie van de dienst er ook bestaat. De enige organisatorische band, die dus via de technische dienst van het kadaster bestaat met de belastingdienst, bestaat in de top van de dienst via de directeur-generaal van de belastingen. Ik acht dat een juiste toestand, ook al omdat op deze wijze de afdelingen aan het Departement, die ten aanzien van de complexe personeelspro blemen en organisatieproblemen gespecialiseerd zijn onder leiding van de directeur-generaal van de belastingen, hier zijn ingescha keld. Wanneer ik gezegd heb, dat ik nader in overweging zal nemen de positie en de bezoldiging van de Inspecteur van de Hypo theken en het Kadaster, die daarmede samenhangen, dan is het niet mijn bedoeling dat zal al wel duidelijk zijn om in de ver houding tot die directeur-generaal van de belastingen enige veran dering aan te brengen. Ik geloof, dat ik het zo duidelijk heb gesteld. Ik merk nog op, dat ik de achterstand, die is ontstaan en die ik heb toegegeven en ten aanzien waarvan ik een aantal maatregelen heb uiteengezet, die naar mijn mening bevorderlijk zullen zijn om de achterstand weg te nemen of te beperken, zeer bepaaldelijk niet toeschrijf aan de binding met de directeur der belastingen, die ik zo juist heb beschreven. Die staat er geheel los van. Wanneer de geachte afgevaardigde de heer Engelbertink spreekt van een (kadaster met een ruimere opzet, heeft hij op het oog, als ik hem goed heb begrepen, dat het kadaster, dat op het ogenblik een eigendomskadaster is, wordt uitgebouwd tot een kadaster, dat de gebruikstoestand weergeeft, Bodemkaarten bevat e.a. Dat is inderdaad een belangrijk probleem, dat voor mij echter op het ogenblik nog in het studeerkamerstadium verkeert. Verder heeft de geachte afgevaardigde ter sprake gebracht de gedachte van de fotogrammetrie. Ik meen, dat dit middel ook door het kadaster moet kunnen worden toegepast. Dit probleem is dus in een verder gevorderd stadium van onderzoek. Ik heb alleen nog niet duidelijk voor ogen, hoe dit precies moet worden georgani seerd. Voor mij staat op dit ogenblik alleen voorop, dat dit moderne middel ook in dienst moet kunnen worden gesteld ten behoeve van het kadaster. Hoe dit precies zal moeten worden georganiseerd en hoe het beheer over een apparatuur zal moeten zijn, is een pro bleem, dat dus nog openstaat Wanneer de geachte afgevaardigde de Heer Engelbertink er op wijst, dat de methode om de recrutering van hoofdambtenaren bij 20

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1955 | | pagina 22