Hel Kadaster in de Rijksbegroting 1955 (II) GrondbelastingDe Grondbelasting had, als vorige jaren, weer de belangstelling van vele leden, die blijkens het Voorlopig Verslag van Hoofdstuk VII B bij herhaling opmerkten, dat de door de be zetter opgelegde opcenten op deze belasting huns inziens als zeer onjuist moeten worden gekenschetst. Derhalve zou er geen bezwaar tegen bestaan, als deze onjuiste heffing verdween. In de Memorie van Antwoord verwijst de Minister met betrekking tot de opheffing van die opcenten naar de algemene financiële beschouwingen, waar is gezegd, dat dit het effect zou hebben van een prijsstijging van onroerend goed ten faveure van de huidige eigenaren. De opcenten komen uitsluitend ten goede aan de gemeenten en pro vinciën, zodat afschaffing dus tevens zou leiden tot inkrimping van het gemeentelijk en provinciaal belastinggebied. Kadaster en HypothekenLandmeetkundige dienstDe maat regelen, welke de Minister overweegt om meer hoger en middel baar personeel voor de kadastrale dienst aan te trekken, hadden de instemming van vele leden (blz. 7 Voorl. Versl.), aangezien het hun bekend was, dat o.a. bij de ruilverkavelingen de werkzaam heden belangrijk zijn toegenomen. Gaarne zouden zij vernemen, of bij de bijhoudingsdienst van het Kadaster van een achterstand in de werkzaamheden gesproken kan worden en, zo ja, van welke omvang deze achterstand is. Zullen ruilverkavelingswerkzaamheden ook zelfstandig aan ambtenaren van middelbare rang worden toe vertrouwd? Door andere leden werd gevraagd, hoeveel landmeetkundigen er in de toekomst, mede in verband met de cultuurtechnische- en krotopruimingsobjecten, nodig zijn, Hoe zal het verloop in de komende jaren zijn? Kunnen niet meer metingen door middelbaar personeel geschieden? Een enigszins omstandige uiteenzetting zou op prijs worden gesteld. Wordt de bijzonder verantwoordelijke positie van de landmeters, die feitelijk de uitvoerders zijn van grote ruil- en herverkavelingen, wel voldoende gewaardeerd? Wat is de reden, dat de landmeters en hypotheekbewaarders niet in één orga nisch dienstverband zijn opgenomen? Is het niet logisch, dat van de afdeling Kadaster en Hypotheken een afzonderlijke dienst buiten de belastingdienst wordt gemaakt, mede gelet op haar eigen aard en toenemende betekenis? De landmeetkundige dienst is, naar de mening van deze leden, in technisch opzicht slecht toegerust voor het toepassen van mo derne meetmethoden. Kan hierin geen verbetering worden ge bracht? Verschillende leden vroegen nadere mededelingen omtrent de bezetting van de dienst van het Kadaster. Is het waar, zo vroegen zij, dat in verschillende afdelingen een belangrijk aantal vacatures 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1955 | | pagina 4