meen, dat zij van tientallen jaren her zijn. Ik weet niet, wat het begrip eerlang" hier betekent, maar het zal vermoedelijk wel: bin nen de twee jaar, betekenen. Ik zou gaarne op dit punt nog eens de aandacht willen vestigen. Wat is nu de oplossing van het besproken probleem? Ik meen namelijk, dat hier wel degelijk een probleem ligt. Ik meen, dat ik dit toch wel duidelijk heb gemaakt, voor zover het de bewindslieden niet bekend was. Mijnheer de Voorzitter! Ik wil nog gaarne het slot van de lezing van prof. Polak, waarover ik zo juist sprak, citeren. Hij gaat in tegen een redenering, die ik in de Memorie van Antwoord heb ge^ vonden, namelijk, dat het beslist nodig is, dat deze diensten bij voorkeur moeten blijven onder de vleugelen van de belastingdienst. Prof. Polak zegt namelijk: Het is al met al een bescheiden programma. De kans op verwezenlijking daarvan zou aanzienlijk worden vergroot, indien de zorg voor de kadastrale en hypothecaire boekhouding zou worden onttrokken aan de dienst der belastingen en hier voor een zelfstandige tak van dienst zou worden ingesteld. De belangrijkste functie van het kadaster is al lang niet meer de inning van de grondbelasting mogelijk te maken. Zou morgen de grondbelasting worden afgeschaft, dan zou niemand er aan den ken het kadaster eveneens af te schaffen. Van de met werk en zorgen overladen leiding van de dienst der belastingen mag men echter niet verwachten, dat zij terwille van belangen, die zij overigens niet behoeft te behartigen, met volle energie en toe wijding streeft naar verbetering van het kadaster en herziening van de daarmee in verband staande wettelijke voorschriften. Het kadaster bewijst reeds tal van diensten; het vormt de grondslag voor het rechtsverkeer in onroerend goed; onteigening, ruil- en herverkaveling, de belangrijkste planologische maatregelen en de toepassing van diverse andere wettelijke voorschriften zijn slechts mogelijk dank zij het kadaster. Het kadaster kan in de toekomst wellicht nog meer diensten bewijzen; ik denk hierbij in het bijzonder aan de landbouw, ten behoeve waarvan al eens door een Regeringscommissie plannen zijn ontworpen voor een afzonderlijk kadaster, behelzende de gebruikers van onroerend goed, met de samenstelling en bijhouding waarvan zeer grote sommen zouden zijn gemoeid." Mijnheer de Voorzitter! Ik weet niet, of het vaststaat, dat prof. Polak's suggestie werkelijk de oplossing is. Wel staat vast, dat verschillende studiecommissies in het verleden in dezelfde richting hebben gewezen, zoals bij voorbeeld de commissie van de Notariële Vereniging van 1904, de Staatscommissie van 1906 en de Ministe riële Commissie van 1918. Dit laatste behoeft deze Minister zich 7

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1955 | | pagina 9