werk van speciale organisaties wordt als het ware door de tech
nische diensten gebruikt als een afgewerkt product. Men levert een
product en de enige eis, die aan de ontvangende diensten moet
worden gesteld is, dat zij althans de taal van de landmeetkundige
wereld nog in zoverre verstaan, dat zij in staat zijn met de ontvan
gen resultaten op de juiste wijze te werken. Niet zoals ik het in
1931 noemde: de levering van een gasfabriek aan een gemeente
waarbij niemand met een gasfabriek kan omgaan, zodat het afge
leverde product meestal ongebruikt terzijde wordt geschoven of dat
er een ongeluk mee wordt gemaakt. Dat immers is de ervaring, die
ik in de jaren tussen 20 en 30 heb opgedaan met de aflevering van
landmeetkundig werk aan gemeenten, waarin men niet beschikte
over de staf die op de juiste wijze met dit resultaat kon werken.
Bij de Rijkswaterstaat ziet men, dat b.v. binnen de ingenieurs
wereld de landmeetkundige specialisatie een differentiatie van per
soneel te zien geeft. Naast de ingenieur van de waterstaat staat
thans de ingenieur van de Meetkundige dienst. Naast de technisch
ambtenaar van het arrondissement de landmeetkundig ambtenaar
van de Meetkundige Dienst. Toch moet de situatie als met die
gasfabriek worden voorkomen. Dat betekent, dat dit gehele proces
van specialisatie en differentiatie ook moet ingrijpen in de vraag
stukken van de opleiding. Het is onjuist te menen, dat, nu de
civiel-ingenieur eigenlijk zelf binnen de Nederlandse grenzen
althans nauwelijks meer voor de uitvoering van landmeetkundig
werk wordt geplaatst en ook zelfs de MTSer dit nog bij uitzon
dering in Waterstaatsdienst zelf heeft uit te voeren, en ook in
gemeenten in steeds mindere mate, dit nu zou betekenen, dat de
landmeetkunde op de MTS in betekenis zou dalen. Wie op dat
standpunt staat, werkt mee aan de situatie, waarbij een uitstekend
kaartwerk, afgeleverd aan de technische dienst die geen inzicht
heeft op dit gebied, functionneert als een gasfabriek, die afge
leverd wordt aan een gemeente zonder bekwaam bedienend per
soneel. Hoogstens kan men zeggen, dat in de opleiding een accent
verschuiving plaats vindt. Belangrijker vaak dan de wetenschap
hoe men een Snelliuspunt vereffent, is voor deze categorie van
mensen de kennis omtrent de waarde en vooral de kennis omtrent
de verwerking van bepaalde kartografische gegevens. De vraag hoe
de landmeetkunde functionneert in een gemeente en in een water-
staatsdiensthetzij Rijk of Provincieis in dit opzicht minstens even
belangrijk geworden als de nodige kennis om de landmeetkundige
manipulaties zelfstandig uit te voeren. Het is duidelijk, dat deze
probleemstelling op de spits is gedreven en voor ieder zichtbaar is
geworden door de invoering van de fotogrammetrie. Het specialisme,
dat in dit opzicht al dwingend wordt voorgeschreven door de aard
en de kosten van de noodzakelijke apparatuur, brengt met zich
mede, dat slechts een zeer beperkt aantal mensen de kennis nodig
54