wanneer de langdurige technische en in onze tijd nu eenmaal vrij omvangrijke administratieve voorbereiding achter de rug is, wordt dikwijls om de plannen in daden om te zetten, alléén nog op de landmeter gewacht, van wie dan verondersteld wordt, dat hij in een oogwenk alles voor elkaar zal hebben. Het gaf U ook een beeld van een dienst, die haar plaats in de gemeentelijke organisatie reeds geheel heeft ingenomen. Men mag niet veronderstellen, dat dit bij een pas ingestelde landmeetkundige dienst het geval zal zijn. De ontwikkeling zal daarentegen geleidelijk gaan, afhankelijk van verschillende omstandigheden. Aangezien tegenwoordig specialisatie een normaal verschijnsel is, zal dit proces eenvoudiger en vlugger gaan dan vroeger wel eens het geval was. Natuurlijk zal het ook in belangrijke mate af hangen van de persoon in wiens handen de leiding van de land meetkundige dienst gelegd is. En dit brengt ons dus na hetgeen over de taak werd gezegd tot een beschouwing over het personeel, dat deze taak te ver vullen heeft. Bij de grote gemeenten zal de leiding opgedragen worden aan een ingenieur. Ook bij de middelgrote gemeenten kan dit het geval zijn, zeker als de landmeetkundige dienst niet zelfstandig optreedt, maar gecombineerd is met het grondbedrijf. Bij de grote diensten zal voorts nog voor enkele ingenieurs in een leidende functie plaats zijnterwijl de uitvoering van de werkzaamheden door middelbaar en lager personeel verricht zal worden. Het middelbare personeel zal hierbij ook ten dele een leidende functie vervullen b.v. als hoofd van de tekenkamer of als chef van een aantal ploegen Bij de kleinere gemeenten zal de leiding geheel aan middelbaar personeel worden opgedragen. Dit alles loopt parallel aan hetgeen wij ook bij de andere tech nische diensten van de gemeenten kunnen zien. Vragen wij ons nu af in hoeverre deze geschetste toestand op dit ogenblik al bereikt is, dan is dit afhankelijk van de beantwoor ding van de vraag in hoeverre thans reeds over middelbaar per soneel beschikt kan worden. Aangezien aan het begrip „middelbaar" verschillende uitleg kan worden gegeven, is de beantwoording hiervan niet gemakkelijk. Persoonlijk zou ik willen zeggen, dat wij tot op heden nog niet de beschikking over middelbaar opgeleid landmeetkundig personeel hebben. Deze zienswijze is het gevolg van de gedachte voorwaar den, die ik aan het begrip „middelbare opleiding" verbind. Deze zijn: a. Een voldoende algemene vorming. bEen middelbare vakstudie. 70

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1955 | | pagina 28