middelbare kennis van b.v. de inrichting van het Kadaster, de ruil
verkaveling, de kartografie, de geodetische astronomie en de foto-
grammetrie.
ad c. In de behandeling van het vorige punt is het feit, dat de
opleiding onafhankelijk van de werkgever gegeven moet worden,
reeds opgesloten. Immers, een door de werkgever gecreëerde op
leiding richt zich bewust en zelfs onbewust naar de taak, die aan
hem opgedragen is en de opleiders zullen zich zeker ook tot doel
stellen, de leerlingen zoveel mogelijk datgene bij te brengen, dat de
onmiddellijke praktische bruikbaarheid in die bepaalde richting zal
bevorderen, waardoor de algemene instelling tegenover de te be
handelen stof ten dele verloren gaat.
ad dDit punt, begrip hebben van aanverwante middelbare
opleidingen, hangt samen met de reeds door mij genoemde
doelstelling van de landmeetkundige diensten, nml. dat zij zich tot
hun voornaamste taak dienen te rekenen, hulp aan anderen te
bieden. Deze zullen zich met hun vragen en verlangens tot de
landmeetkundige dienst wenden en een eerste vereiste is nu, dat
over en weer begrepen wordt in welke vorm de te verstrekken land
meetkundige gegevens gegoten moeten worden om de opdracht
gever zo gunstig mogelijk van dienst te kunnen zijn.
De geboden hulp zou geen werkelijke hulp zijn als in dit begin
stadium hiervoor geen goede adviezen zouden worden gegeven en
dit kan alléén dan gebeuren, indien de hierbij betrokken landmeet
kundige ambtenaar een voldoende elementair begrip heeft van dat
gene, wat zijn bezoeker van plan is te gaan doen en dit ook, voor
zover voor de meting nodig, kan beoordelen.
Op middelbaar niveau zal dit contact vrij veel aanwezig moeten
zijn en het is mijn ervaring dat juist hieraan bij de tegenwoordige
personeelsformatie nog al eens wat ontbreekt. Hier komt het dus
aan op algemene vorming en wel speciaal op algemene technische
vorming, waarvoor het noodzakelijk is dat men technische tekenin
gen moet kunnen lezen en kennis moet dragen, althans begrip dient
te hebben van bouwkundige- en waterbouwkundige constructies,
van grondwerken, van bouwvoorschriften, van het ontwerpen van
een tracé, van inpoldering, verkaveling en grondverbetering, om
een greep uit de vele onderwerpen te doen.
Men moet ook op zijn niveau met andere technici kunnen mee
praten, want een bouwer, die in zijn gesprekken alléén maar bouwt
en een landmeter, die altijd maar weer meet, zijn wellicht technisch
knap, maar waarschijnlijk geen figuren om een dienst op te bouwen
en te leiden.
Uit de behandeling van de vier t.a.v. een middelbare opleiding
gestelde voorwaarden zal U zeker duidelijk geworden zijn, dat ik
noch de opleidingen van het Kadaster, noch de diploma's van de
72