Het was in October 1940 dat de landmeter van het Kadaster W. Smit in het tijdschrift voor K. 6 L. het denkbeeld opperde uit de dienst van het kadaster een afdeling te vormen voor buiten gewoon werk, d.w.z. werk dat lag buiten het gewone werk van de kadastrale dienst. Er waren verschillende motieven, ten eerste kwamen landmeters ter beschikking wegens het teruglopen van eigendomsoverdrachten door de bezetting, ten tweede kon men na afloop van de vijandelijkheden werkloosheid verwachten, de aan te snijden grote werken zouden kaarten vereisen die nu vervaardigd konden worden, ten derde waren er veel jonge mensen die hun studie niet konden voortzetten en aan het werk gezet moesten worden en, naar de heer Smit meende, ingezet konden worden bij dit landmeetkundig werk. In 1941 werd de afdeling opgericht op initiatief van prof. J. M. Tienstra. Wij gingen dus aan het werk met jonge mensen met in het algemeen een middelbare school opleiding. Puntenstelsels en meetlijnenstelsels ontwierpen de land meters. We beschikten over geroutineerde meetarbeiders. Onze ervaring is dat deze jongelui meten geleerd kon worden, dat het ontleden van het landschap in punten en lijnen langzaam kon wor den bijgebracht. Het was zuiver topografie, meten wat je ziet. Velen van hen hebben later bij kadaster, provincie en gemeente de ingeslagen weg vervolgd. Toen we evenwel ook hermetingen gingen uitvoeren voor het kadaster, bleek de onbekendheid met deze ad ministratie een groot bezwaar. Onze dienst heeft zich ontwikkeld tot hermetingsdienst en op- leidingsdienst, thans van landmeetkundig ambtenaren van het ka daster. Hun bekendheid met de kadastrale administratie is onmis baar voor het werk, het leren meten wordt wel een weinig bevorderd doordat ze op het kantoor met veldwerken hebben omgegaan, maar de verbinding hiervan met het terrein, de huizen, straten en wegen, eist toch zulk een omschakeling van instelling dat het geruime tijd duurt voordat ze zich hierin wat veilig voelen. Daar onze dienst steeds werkt in een raamwerk van vaste punten, de meting zich uitstrekt over grotere gebieden en vooraf voorbereid wordt door schetsen op grote schaal te vervaardigen waarop naar oude metingen wordt verwezen, kan alle werk vooraf besproken worden en in zijn loop gecontroleerd. Ook nu wordt het punten- stelsel door de landmeter ontworpen. Het plaatsen van de punten in het terrein doet hij zelf of laat hij doen. De delimitatie wordt door de landmeter verricht. Bij de opleiding wordt de landmeet kundig ambtenaar langzamerhand los gelaten, daarna wordt hem zoveel mogelijk vrijheid en initiatief gelaten, maar steeds blijft de band met de leiding bestaan. Ons bureau heeft nu een ervaring van een veertiental jaren met de opleiding van verschillende categorieën van mensen en het werken met landmeetkundigen. Dit is langzamerhand gegroeid. Ik heb daaruit geleerddat voor ons bedrijf de m.a. geschikt is en 81

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1955 | | pagina 39