Dit geldt eveneens voor de afgevaardigden van andere organi
saties, waarvan ik U noem;
Ir Govers en Ir Wijtema, hoofdbestuursleden van de Vereniging
voor Kadaster en Landmeetkunde;
de heren Scheffer en Harder namens de Vereniging van Civiel
Landmeters;
een deputatie Hoofdbestuursleden van de Bond van Middelbare
en Hogere Technische Ambtenaren, bestaande uit de heren:
D'Arnaud en Werkman, die medegewerkt hebben aan de organi
satie van deze congresdag;
benevens de heer Munnik, Hoofdbestuurslid van de C.R.P. en
verschillende anderen.
En tenslotte stellen wij vanzelfsprekend de aanwezigheid van
drie gasten, die ik afzonderlijk wil noemen, bijzonder op prijs.
Dit zijn: Prof. dr ir W. Schermerhorn, ir B. de Boer van de
Landmeetk. dienst van de Gemeente Amsterdam en de heer D. de
Groot, Hoofd van het bureau voor Buitengewoon Landmeetkundig
Werk te Utrecht, die als sprekers een bijdrage leveren tot het
slagen van dit congres.
Wij beschouwen U als onze eregasten.
In de oorspronkelijke opzet was voor ir Van Steenis, hoofd van
een groot particulier Landmeetkundig bureau te Utrecht, met
belangrijke binnen- en buitenlandse opdrachten, een plaats gereser
veerd als vierde spreker.
Het veelvuldig verblijf in het buitenland, zowel van prof. Scher
merhorn als van ir Van Steenis, maakte helaas een combinatie van
deze twee sprekers op één dag vrijwel onmogelijk.
Wij betreuren dit en zeggen bij deze ir Van Steenis nogmaals
dank voor zijn bereidwillige medewerking.
Het is mij volkomen duidelijk, dat U hier bent gekomen om de
aangekondigde sprekers te beluisteren en dus geen lange openings
speech van mij op prijs stelt.
Niettemin ben ik van mening, dat het tot mijn plicht behoort,
U mede te delen, waarom de Vereniging van Technische Ambte
naren van het Kadaster dit congres heeft georganiseerd en wat zij
er van verwacht.
Hiervoor moet ik U een klein overzicht geven van de revolutio
naire verschuiving van de verhoudingen tussen hoger en middelbaar
personeel bij de Landmeetkundige dienst van het Kadaster.
Vanaf 1887 tot heden bleef het aantal landmeters van het ka
daster vrijwel constant op ca. 200. Hierbij zijn de hoofdambtenaren
inbegrepen.
De sterkte van het corps Tekenaars, thans landmeetk. ambte
naren, was in 188750 man en liep vervolgens op tot 120 in 1914,
215 in 1934 en tot 455 in 1954.
45