84 die reeds de middelbaar technische taak vervullen, nu ook in de middelbaar technische functies aan te stellen? Voorzitter: Dit is natuurlijk een vraag, zoals II het zelf geformuleerd hebt, die alle drie de sprekers betreft en als zodanig zouden wij even kunnen loten wie het woord kriigt, maar ik wil toch eerst nog een opmerking maken. Dit komt te liggen op het terrein van de leid;ng bij de verschillende diensten en dit is thans in de eerste plaats niet aan de orde, hoewel het zeer interessant kan zijn. Wij leven op het ogenblik in een zeer belangrijk ontwikkelingsstadium van de volledig middelbare kracht, nu deze M.T.S. gestart is en wij kunnen op dit moment niet ten volle de conseguenties overzien. Mij lijkt de vraag daarom voorbarig, omdat niet kan worden voorzien hoe de ontwikkeling zal zijn en of wij er mede te maken krijgen. Natuurlijk zullen wij in zoverre de conse quenties moeten aanvaarden dat er bij de verschillende diensten iets gaat ge beuren. Voorhands is het echter niet mogelijk hier ook maar over te praten. ProfSchermerhorn: Ik vind dat II het lot volledig getrokken heeft. Ik geloof dat het noodzakelijk is om nog even de nadruk te leggen op hetgeen wij gepoogd hebben uiteen te zetten. In al dergelijke overgangstoestanden moet men steeds de uiterste voorzichtigheid betrachten. Wij hebben het beeld van de situatie zoals die achter ons ligt en wij zouden ons een beeld kunnen vormen zoals wij dit in de toekomst zouden verwachten. II heeft straks de heer De Boer tot een uitspraak willen verleiden en hij gaf hierop een zeer goochem antwoord: Ik let op de persoonlijke kwaliteiten. Dat is de ene kant en er is ook een andere kant. In dergelijke perioden, waarin wij ons bevinden, is er inderdaad zo maar geen andere oplossing te geven. Het is niet zo eenvoudig. Wij hebben in ons lieve vaderland als criteria examens en diploma's en deze worden maar al te gaarne gehanteerd. Dat is dan de weg van de minste weerstand. Ik vind dat allemaal best. U weet, dat ik sinds onheuglijke tijd geprobeerd heb dit aan m'n laars te lappen en de moeilijkheden waren en zijn daarbij steeds groot, maar ze worden nog groter en dus onhanteerbaar in overgangsperioden. Wij moeten door deze toestand heen, misschien via dienstexamens, taakwaardering etc. Er wordt een hoop tijd aan verdaan, maar toch vindt men er wel een oplossing voor. Het moet eerst die kant op. Wij kunnen op d't ogenblik geen vast beleid in deze materie voeren. Ik ben ongelooflijk verheugd, dat alle drie gepraat hebben onafhankelijk van elkaar en bij alle drie de sprekers waren de tendenzen in grote liinen hetzelfde, d.w.z. een aanvaarding van de ontwikkeling die aan de gang is. Wij moeten dit verder aan de dienstleiding overlaten, die daarna de passende consequenties uit de ontwikkeling kan trekken. De hoofdzaak is echter dat de consequenties moeten worden aanvaard. Wij zijn nu eenmaal allen ver schillend van nuance en het is uitgesloten om het een ieder naar de zin te maken. Gelooft U maar gerust dat ik in dit opzicht alle illusies heb laten varen. Hoe de lijn loopt, ligt vast en dat is op dit congres nog eens extra vastgelegd. En tegen mijn vriend Schikkema zeg ik: Maak je niet zenuwachtig. Gorter: Wanneer ik mijn oor goed te luisteren heb gelegd, dan wil de heer De Groot de opleiding in handen van het kadaster houden. Dit zou dan m.i. de landmeetkundigen bij het kadaster de pas afsnijden om bij andere diensten te solliciteren. Er worden in de advertenties vaak landmeetkundigen gevraagd, maar als regel met voorkeur M.T.S.-opleiding weg- en waterbouw. Wat die mensen te kort komen, kunnen ze wel gauw aanvullen. De M.T.S.-opleiding is breder en de kadastrale opleiding wordt dus nu te eng. Heeft men een bredere opleiding, dan kan men bij sollicitatie naar andere diensten ook trachten er beter op te worden. Tenslotte is het toch zo, dat een kadastraal ambtenaar niet steeds in de kadastrale sfeer behoeft te blijven, maar dat hij steeds naar verbetering mag blijven streven. Wat is hieromtrent Uw mening? De Groot: Wat dat betreft meen ik gezegd te hebben, dat wanneer men een ruimere opleiding heeft, men ook meer kanten uit kan en in dat opzicht is dus een ruimere opleiding gewenst. Voor het kadaster is het naar mijn mening noodzakelijk dat, al heeft men M.T.S.-opleiding, men hiervoor nog een speciale opleiding nodig heeft. Volgens

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1955 | | pagina 42