Indien ik moet spreken over de groei van de functies der ver
schillende categorieën in de landmeetkundige wereld, is natuurlijk
de eerste vraag hoever ik daarmee terug wil gaan en de tweede
hoe wijd ik de kring wil trekken over de grenzen van ons land
heen. Met betrekking tot de eerste vraag wil ik opmerken, dat ik
geen historicus ben en graag aan de vaklieden of de amateur
onder ons, die bijna vakman is, overlaat om een schets te geven
van die ontwikkeling uit het grijze verleden tot op onze dagen.
Wij weten allen wel, dat er eens een tijd is geweest, ook nog in
onze gouden eeuw, dat de landmeter een technicus was. die een
vrij hoog aanzien genoot. Deze toegepaste meetkunde stak uit een
oogpunt van wetenschap lang niet slecht af bij allerlei andere
technische activiteiten, die toen een nog overheersend empirisch
karakter hadden. Een oud handboek van de landmeetkunde maakt
een betrekkelijk geleerde indruk vergeleken met een beschrijving
van het molenmakersvak, dat in die jaren toch ook al tot de be
langrijke uitingen van Nederlandse techniek behoorde. In de loop
van de eeuwen is hierin zonder twijfel een verschuiving ten on
gunste van de landmeetkunde ontstaan. De kartografie als zodanig
verbleekte en de landmeetkunde bleef ongeveer wat zij was. Het
handwerkskarakter van dit vak is in verhouding tot de situatie in
techniek en wetenschap buiten de landmeetkunde, een ongunstig
kenmerk van dit beroep gebleven.
Een dergelijke beschouwing, hoe oppervlakkig deze ook overigens
moge zijn, voert ons direct tot de kern van de probleemstelling,
namelijk dat in meer dan één opzicht de betekenis van de functies
in de landmeetkundige wereld bepaald worden door de maatschap
pelijke ontwikkeling in veel bredere zin. Een vak waarin in de ogen
van de buitenwereld, ook al wordt het als zodanig gerespecteerd,
technisch een zekere stilstand en stabiliteit schijnt te bestaan, zal
in een zich technisch-wetenschappelijk ontwikkelende wereld rela
tief achteruit gaan. Ik geloof, dat dit proces zich in de achter ons
liggende eeuwen aan de landmeter heeft voltrokken.
Een bijzondere plaats wordt in dit proces ingenomen door het
kadasterHoewel ik niet de indruk heb, dat de technici, die in het
begin van de 19de eeuw de grote metingen van het Kadaster
hebben verricht tot de hoogstbetaalde technische krachten van ons
vaderland hebben behoord, is het onmiskenbaar een feit, dat in de
loop van de 19de eeuw de landmeter van het Kadaster een speciale
plaats heeft gekregen. Hij werd geleidelijk aan de landmeter bij
uitstek. Vraagt men waaraan dit te danken is, dan is zulks naast
een zekere perfectie van het handwerk in die tijd, vooral toe te
schrijven aan de administratief-juridische zijde van de werkzaam
heden van de landmeter van het Kadaster. Dit moest dan ook
terecht als een nieuw en wezenlijk element in het beroep van de
landmeter worden erkend in vergelijking tot veel landmeetkundig
49