Zij, die kennis namen van onze bespreking van Dr. Ydo's boek
Plezier in het werk" zullen in dit werk een merkwaardige over
eenkomst vinden. De relatie werker-werk blijft van zeer grote
betekenis. Het deed ons goed, dat ook de werkruimte, de verlich
ting en vele andere ,,physische factoren" zijn onderzocht.
Naast de goede verstandhouding onder de personeelleden en
de sociale omstandigheden spelen deze physische factoren een
grote rol in het leven van de werkers.
Wij bevelen deze en volgende uitgaven van harte aan.
W. K.
Het reële inkomen van het Burgerlijk Overheids
personeel, door D. Bolmeyer.
Wij ontvingen twee overdrukken, die het lezen waard zijn.
„Het reële inkomen van het burgerlijke overheidspersoneel", door
D. Bolmeyer (Economisch-Statistische Berichten 24-11-1954, no.
1955) is de titel van het eerste geschrift.
Hetzelfde onderwerp was reeds in Februari 1954 behandeld,
toen voor het tijdvak 1900 t/m 1953.
Hier komt sterker naar voren de beoordeling naar de groepe
ringen, waarin het overheidspersoneel, qua inkomen, kan worden
ingedeeld.
De uitkomsten van het onderzoek vindt men in een tabel en een
grafiek.
Eén van de belangrijkste conclusies waartoe de schrijver komt
is wel, dat in 1950 ongeveer 95 procent van het ambtenarencorps
van 195000 man een reëel inkomen had van minder dan ƒ2500,
uitgedrukt in guldens van 1935/1939.
Als men de hoogste ambtenaren uitschakelt, is (zonder de be
lastingverlaging) in 1954 ten opzichte van 1948 een achteruitgang
van de positie te constateren. De denivellering van 1953 heeft,
behoudens voor een deel der hoogste ambtenaren, niet aan de ver
wachtingen beantwoord.
Het onderzoek naar de huidige financiële positie van het bur
gerlijk rijkspersoneel, in vergelijking met de periode 1935/1939, in
Februari gebaseerd op de functies en thans berustend op de groeps
indeling, leiden tot dezelfde uitkomsten.
„Inkomstenbelasting en nivellering van inkomens" van dezelfde
schrijver (E-S. B. 8-12-1954, no. 1957) heet het tweede.
Het gebrek aan statistisch materiaal betreffende wijzigingen in
de inkomensverdeling vormt een belemmering bij het doen van
onderzoekingen op dit terrein. Hierdoor zijn zelfs discussies bij de
behandeling van de rijksbegroting over de inkomens van het over
heidspersoneel vrijwel onvruchtbaar.
Schrijver wil aantonen, dat er in de laatste halve eeuw uit
116