waarde mede werd bepaald door die ongebouwde eigendom. En die huurwaarde was weer grondslag voor de stedelijke grondbelas ting-gebouwd, die o.a. als huisgeld in vroeger eeuwen bekend stond. Trouwens óók alweer in tegenstelling met het platteland was de belastingadministratie op dit punt veel perfecter. In Leiden b.v. bezat in de 16e eeuw de Vroedschap niet alleen zo iets als een huizenlegger, maar ook een aanvullend, tot in bijzonder heden tredend kaartboek van alle eigendommen binnen de om walling. Stadjes als Alkmaar en Amersfoort zelfs hadden hun woningblafferds voor de berekening van het huisgeld van elk afzonderlijk huis, te vergelijken met de 15e17e eeuwse over lopers uit Zeeuws-Vlaanderen. De Amersfoortse Woningblafferd vernieuwd omstreeks 1750 geeft in geografische volgorde (gelijk de Zeeuwse overlopers) alle belastbare gebouwen met hun belastingbasis en de momentele eigenaar. Elders treft men in ge meente-archieven b.v. combinatie van het Leidse stelsel en dat van Amersfoort aan. En misschien is dit wel de reden, dat in de omvangrijke archieven der Hoofdcommissie tot de zaken der Verponding ingesteld bij de Wet van 14 Juli 1805 bij mijn weten geen enkele stads- k a a r t gevonden wordt. Honderden en honderden prae-kadastrale plans opgemeten door tientallen met name bekende landmeters, die tien jaar later bij de Kadastrale dienst emplooi vonden zijn ons bekend, maar die hebben uitsluitend betrekking op landelijke gemeenten of op landelijke delen van stadsgemeenten. In de steden was de verpondingsadministratie immers al lange jaren zodanig, dat van de waarde der eigendommen de grondbelasting-gebouwd" geheven werd, in tegenstelling met de grondbelasting op de onge bouwde eigendommen ,,in de provincie", waar nog al te zeer de oppervlakte de maatstaf was gebleven voor de grootte van het verpondingsgeld. Mèt de Fransen kwamen moderne ideeën in 1795 ons land binnen, de ideeën der Physiocraten, welke laatsten de bodem, de grond, de basis achtten van alle rijkdom en de impöt foncière, de grondbelasting, beschouwden als één der belangrijkste imposten op een bepaalde vorm van inkomen: niet de blote oppervlakte aan grond zelf, maar de opbrengst ervan vormde de basis, waarop de aanslag in de verponding moest worden berekend. In de uitwerking van dit beginsel paste wél het oud-Hollandse stedelijke huisgeld, maar niet de grover onderscheidene landelijke verponding. In een slotartikel zullen wij zien, hoe door Nederlanders reeds lang vóór de inlijving bij Frankrijk werd gewerkt aan de totstand koming van een moderner grondbelastingkadaster, dat een brug sloeg tussen het onherroepelijk voorbije van de 18e eeuw en de nieuwe tijd. Van de Hoofdcommissie voor de zaken der Verpon ding van 1805 met haar honderden landmeters tot de huidige Rijksdienst van het Kadaster loopt een lange weg, op welke het Kadaster geheel van zijn oorsprong zou weggroeien en voor de 97

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1955 | | pagina 7