99 ten, de lijst van rechthebbenden en het plan van ruilverkaveling het volgende: Art. 10, le lid. In verband met een ruilverkaveling worden de zakelijke- en huurrechten en de lasten betreffende de daarbij betrokken percelen geregeld, alsmede de met deze regeling samenhangende geldelijke gevolgen. Art. 31. De plaatselijke commissie stelt een zo volledig mogelijke lijst samen van allen, die bij de ruilverkaveling belang hebben. Art. 49. Zodra omtrent alle geschillen over de zakelijke of huurrechten betref fende bij de ruilverkaveling betrokken percelen onherroepelijk is beslist, wordt de lijst van de rechthebbenden door de rechtbank gesloten. Art. 57, k zin. In het plan van ruilverkaveling worden opgenomen de regeling, bedoeld in art. 10, le lid, alsmede de bepalingen omtrent de inbezitneming. Veel bescherming zullen deze bepalingen de pachter niet ge boden hebben. Immers wegens het ontbreken van een pachtwet, waarbij de verpachter in zijn willekeur werd belemmerd, kon de pachter alleen bij de gratie van de verpachter zijn rechten in een ruilverkaveling realiseren. In de dertiger (crisis)jaren komt hierin de'kentering. We kregen toen het Crisispachtbesluit, de eerste aanvulling op het B.W., waarbij de pachter enige extra bescherming werd geboden. Het werd vanaf dat moment niet meer mogelijk de pachter zonder meer de pacht op te zeggen wegens wanbetaling. De kantonrechter kreeg zelfs de bevoegdheid de pachtsom te verminderen, indien de bedrijfsuitkomsten zo slecht waren, dat daaruit de oorspronkelijk bedongen pachtsom redelijkerwijs niet kon worden voldaan. In 1937 kwam de eerste pachtwet en daarmee de eerste waar borgen, waarmee de pachter werd omgeven. De 2e ruilverkavelingswet (wet van 20 Mei 1938, Stbl. 618) volgde deze lijn en gaf de pachter meer zekerheid, hetgeen uit de volgende artikelen blijkt: Art. 1, 4e lid. Rechthebbende is hij, die een zakelijk recht of een recht van huur of pacht heeft op tot het blok toebehorende onroerende goederen. Art. 19, Ie lid. Bij elke ruilverkaveling wordt een regeling getroffen omtrent de zakelijke rechten, het recht van huur of pacht en de lasten, welke op de onroerende goederen rusten; tiendrenten enz. Art. 46. De plaatselijke commissie stelt een zo volledig mogelijke lijst samen van alle rechthebbenden met vermelding van den aard en omvang van ieders inbreng. Art. 64. Zodra omtrent alle geschillen over de rechten betreffende tot het blok behorende onroerende goederen onherroepelijk is beslist, wordt de lijst van rechthebbenden door de rechtbank gesloten. Art. 71. Het plan van ruilverkaveling houdt in: 4e. de in artikel 19 bedoelde regeling omtrent de zakelijke rechten, het recht van huur en van pacht en de lasten, benevens de afkoopsommen van tiendrenten, jachtrenten en ruilverkavelingsrenten; In 1941 werd door de bezetter een wijziging aangebracht in de artikelen 19 en 71, in dier voege, dat naast het regelen van de pacht, het ook mogelijk werd pachten op te heffen, onder regeling van de geldelijke gevolgen. Opheffingen van pacht en de dien-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1955 | | pagina 9