2. tal van woningen en bedrijfsgebouwen verkeren in bouwval
lige toestand;
3. in het gebied is geen doelmatig stelsel van waterlossingen
aanwezig, waardoor de waterafvoer zeer gebrekkig is;
4. de verkaveling is slecht te noemen; de percelen zijn klein en
slecht van vorm, terwijl de ligging zeer verspreid is.
Om in deze onbevredigende toestand een afdoende verbetering
te brengen zal, gelet op de reeds vermelde percentages der diverse
bedrijfsgrootte-klassen, toepassing van ruilverkaveling zonder
meer geen oplossing bieden. Zodoende werd een saneringsplan
ontwikkeld in het kader waarvan een aantal grondgebruikers moet
verdwijnen. In de eerste plaats komen hiervoor in aanmerking de
niet-agrarische gebruikers die hun inkomsten niet putten uit de
landbouw en gedeeltelijk de agrariërs met neveninkomsten, welke
zij verkrijgen uit verrichte arbeid bij derden en op aanvullende
werken.
Het ligt in de bedoeling de achtergebleven bedrijven voorzover
deze een te geringe omvang hebben door vergroting van de opper
vlakte een betere bestaansbasis te geven. Het streven is er op
gericht om de bedrijven minimaal 6 ha te maken. Uitwisseling
van gronden binnen en buiten het saneringsgebied zal bovendien
noodzakelijk zijn. Het ontstane tekort buiten het gebied zal ge
compenseerd kunnen worden door ontginning van woeste gronden
in aangrenzende gebieden.
De gemeente Weststellingwerf is inmiddels overgegaan tot
bouw van arbeiderswoningen in de kom van Noordwolde en an
dere kernen. Deze woningen zullen op aantrekkelijke voorwaar
den ter beschikking worden gesteld van belanghebbenden. Ter
compensatie van het grondverlies zouden de niet-agrariërs een
volkstuintje kunnen krijgen in Noordwolde, waar zij in de rotan
industrie hun beroep uitoefenen. Degenen die de landbouw als
nevenbedrijf uitoefenen zullen eveneens bewogen moeten worden
het gebied te verlaten en zich in de uitbreidingsplannen van de
bestaande kernen te vestigen; de jongeren van deze groep zullen
bereid gevonden moeten worden door omscholing in de industrie
te Noordwolde te worden opgenomen. Afvloeiing zal nood
zakelijk zijn.
De Stichting tot het Beheeren van Landbouwgronden, welke
organisatorisch een onderdeel vormt van de Cultuurtechnische
Dienst, zal trachten in opdracht van de Minister van Landbouw,
Visserij en Voedselvoorziening in de komende jaren op vrijwil
lige basis zoveel mogelijk gronden en de bijbehorende gebouwen
(veelal krotten) aan te kopen van hen die de nieuwe woningen
zullen betrekken. Bij deze aankoop wordt uiteraard de volle mede
werking van de bevolking gevraagd. Volgens een door het
gemeentebestuur ingesteld onderzoek zal in minnelijk overleg bin-