missie besloten een zo breed mogelijk onderzoek in te stellen naar de behoefte aan ruilverkaveling in Nederland en op grondslag hiervan een meerjarenplan te ontwerpen. Blijkens de Memorie van Antwoord op de Rijksbegroting voor het dienstjaar 1955 (hoofdstuk Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening) heeft dit plan de volledige instemming van de Minister van Landbouw. Daartoe heeft zij onlangs een beleidscommissie uit haar midden benoemd, die zal worden bijgestaan door een werkgroep van ter zake deskundigen. Deze werkgroep, die inmiddels met haar werk zaamheden is begonnen, staat onder leiding van Prof. F. Hellinga, adviserend lid van de Centrale Cultuurtechnische Commissie en hoogleraar in de cultuurtechniek aan de Landbouwhogeschool. Het secretariaat wordt verzorgd door de Cultuurtechnische Dienst. In deze werkgroep hebben zitting vertegenwoordigers van ver schillende Ministeries en Diensten, die werkzaam zijn op het ge bied van volkshuisvesting (krotopruiming), planologie, maat schappelijk werk, economie, landbouwkundig onderzoek, bodem vruchtbaarheid, kartering, statistiek enz. Tot de taak van deze werkgroep behoort het vaststellen van de factoren in het bijzonder die van landbouwkundige en cultuurtechnische aard die voor het verkrijgen van een inzicht in de streeksgewijze behoefte aan ruilverkaveling belangrijk zijn, het vaststellen van de factoren, waarvoor enerzijds de gegevens reeds beschikbaar zijn en anderzijds op korte termijn verzameld kunnen worden. Aan de hand van deze verschillende factoren (welke eventueel in een cijfer tot uitdrukking kunnen worden gebracht) zoals het aantal percelen per bedrijf, de onderlinge afstand der percelen, de bereikbaarheid der percelen, de bedrijfsgrootte, de plaats van de bedrijfsgebouwen, de waterhuishouding, de utiliteitswerken, het aantal krotwoningen zal dan een inventarisatie van de ruilver kavelingsbehoefte worden opgesteld, waarbij wordt uitgemaakt waar uitvoering het meest urgent is. Een zeer belangrijke factor, die van invloed is op de urgentie van een ruilverkaveling, is de mentale toestand van de boeren bevolking. De capaciteiten van de bevolking en de instelling welke zij heeft ten aanzien van de vraagstukken op sociaal en economisch gebied, bepalen in hoge mate het gebruik, dat zij van de verbeterde productie-omstandigheden weet te maken (de rijp heid der bevolking voor ruilverkaveling). Het ligt in de bedoeling van de voornoemde beleidscommissie om op basis van de gegevens van de werkgroep in de loop van 1956 met de opstelling van het meerjarenplan gereed te komen. RUILVERKAVELING IN BELGIË Nadat in 1949 in België een wet was aangenomen tot aan moediging van de vrijwillige ruilverkaveling (van welke wet men 148

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1955 | | pagina 22