161
zitting bijeen; tijdens het overleg was de dag van het schriftelijk gedeelte reeds
bekend. Het blad is van oordeel, dat deze toestand gevaarlijk is. Gevaarlijk
voor de verhoudingen in de dienst en daardoor in strijd met de belangen van
de dienst. De achterstand in het werk is nog groter dan officieel is vastgesteld,
daar de zo noodzakelijke vernieuwing van het Kadaster niet aan bod komt.
In het artikel schrijft men vervolgens: naar onze mening is verzuimd: a. tijdig
voldoende personeel aan te nemen; b. voldoende profijt te trekken van het aan
wezige personeel; c. het personeel een redelijke bezoldiging en promotiekans te
geven, waardoor de sterke afvloeiing naar andere overheidsdiensten, semi-
overheidsdiensten en particuliere maatschappijen tegengegaan zou zijn.
De leiding van de dienst ziet nu in, dat er bijzondere maatregelen getroffen
moeten worden. Nog meer dan tot nu toe zal werk van de landmeter over
genomen moeten worden door de middelbare ambtenaar. Vijf nieuwe rangen,
van adjunct-technisch ambtenaar tot technisch hoofdambtenaar Ie klasse zullen
worden ingevoerd. De leiding van de dienst zegt: het zal moeilijk zijn, vol
doende differentiatie in het werk te brengen over acht rangen. Ons standpunt
is: het is uitgesloten. Acht rangen, alleen reeds voor het middelbare personeel,
is te veel van het goede.
Men stelt nu twee promotielijnen voor. Er zal een bescheiden dwarsverbinding
zijn tussen beide promotielijnen ten behoeve van het reeds in dienst zijnde
personeelNaar onze mening moet een ernstige poging worden gedaan
de behoeften van de dienst met en uit eigen krachten te vervullen. Deze krachten
hebben hiervoor over het algemeen de capaciteiten. Bovendien is er o.i. een
morele aanspraak.
Nog steeds zijn wij van mening, dat het C.T.O. zou moeten worden om
gevormd tot een middelbaar landmeetkundig technicum, zoals in 1948 reeds in
een rapport is vastgelegd. Een verbreding en verdieping van het C.T.O.
waarbij men zich niet zou moeten beperken tot M.U.L.O.-krachten, zou de
technische ambtenaren kunnen leveren, die het Kadaster behoeft. Men heeft
zijn kans voorbij laten gaan.
Dat wij deze ontwikkeling betreuren, weet men. Wij verheugen ons
over een mededeling, die in het Georganiseerd Overleg met nadruk is gedaan,
ril. dat het in het vóornemen van de dienst ligt, ook in de toekomst een rede
lijke promotiekans (via de dwarsverbinding) voor de landmeetkundige ambte
naren te garanderen. Onze mening, dat de landmeetkundige ambtenaren nu
goed zijn om in de acute behoefte te voorzien, doch dat men zich uitsluitend
op de M.T.S.-ers zou richten, zodra de eersten door de M.T.S. te Utrecht wor
den afgeleverd, is onjuist, aldus werd medegedeeld.
Tegen het advies van de organisaties in is een leeftijdsgrens van 55 jaar
vastgesteld. Tijd van voorbereiding voor het toelatingsonderzoek is niet aanwezig.
Wanneer de geslaagden zijn aangewezen, weten de anderen, hoe hun
kaarten liggen. Wij vrezen, dat de jongeren daarna hun ogen richten op andere
diensten. Gemeenten, provincies, B.P.M. en anderen zijn graag bereid (het
jongste verleden is er om dit te bewijzen)de oud-C.T.O.-ers in hun dienst te
nemen, meestal in posities, die het Kadaster hun niet geeft. De personeels-
moeilijkheden zullen voor het Kadaster voorlopig niet geringer worden. Integen
deel! De personeelsverhoudingen zullen in de toekomst zeker niet beter worden.
Integendeel! Naar onze overtuiging is de thans ingeslagen weg voor de ont
wikkeling in de technische dienst van het Kadaster onjuist. Onjuist door de
verkeerde uitwerking in de practijk van een op zichzelf juiste gedachte. De
gedachte namelijk: niet door ambtenaren van hogere rang (landmeters) te laten
doen, wat uitstekend door ambtenaren van middelbare rang kan worden gedaan.
In het Polytechnisch Tijdschrift", 10e jg., no. 2526 van 23 Juni 1955
(Orgaan van het N.I.M.H.T., red. Balistraat 28 te 's-Gravenhage) schrijft op
blz. 462 b de Heer M. Farjon over speciale toepassingen van de helicopter ini
de V.S.: een tweede speciale toepassing ligt op geheel ander gebied,
nl. bij topografische werkzaamheden in woeste en onherbergzame gebieden.
Hier heeft de helicopter de laatste 6 jaar de werkwijzen en het tempo revolu-