INGEZONDEN RECTIFICATIE
HET CONGRES VAN MIDDELBARE
LANDMEETKUNDIGEN*
(Een drukfout en een foutieve indruk*)
Personalia en Mutaties
Ingetrokken:
de verplaatsing naar Maastricht LD van de landm. ambt. C. J.
P. Born te Eindhoven BLW.
Belast met de functie van chef de bureau:
te Maastricht m.i.v. 16-5-1955 de landm. ambt. A: R. de Vries,
aldaar;
te Zwolle LD m.i.v. 1-7-1955 de landm. ambt. A: A. W. Boel
houwer.
Benoemd:
m.i.v. 1-5-1954 tot landm. ambt. A: de landm. ambt. P.
Brandenburg te Alkmaar R en m.i.v. 1-7-1954 de landm. ambt.
H. P. v. d. Plas te Breda, thans chef de bureau te Den Bosch LD;
163
Offerhaus, commissaris der Koningin in de provincie Groningen, jhr mr S. M.
S. de Ranitz, notaris te Winsum, mr L. de Vries, wetenschappelijk hoofdamb
tenaar bij de afdeling wetgeving van het ministerie van justitie; tot secretaris
mr H. W. van Hijlkema, secretaris van de grondkamer voor Groningen.
„N.R.Ct." 18-6-1955.
In dit Orgaan, 13e jaargang No. 3, is een fout geslopen. De regels 20 ged.
en 21/22 op blz. 122 moeten worden gelezen als volgt: ,,Het emplooi van deze
krachten ligt meer bij Waterstaats- en gemeentelijke diensten".
In het Congresverslag op blz. 76 onderaan dient een storende drukfout te
worden hersteld. Er staat: „Deze heren zitten bij ons in de middelbare techni
sche functies". Gelezen moet worden: Deze heren zitten bij ons niet in de
middelbare technische functies.
En dan de congresindrukken van de Heer A. Bijlsma in het Orgaan van Mei
1955. Op blz. 122 zegt de schrijver: ,,Aan M.T.S.-ers heeft de Kadastrale Dienst
geen behoefte!" Een ogenblik dacht ik ook hier aan een drukfout, het woordje
,,geen" hoorde er dan niet bij. Evenwel, de volgende zinnen spraken duidelijke
taal.
Hoewel ik in hoofdzaak de gemeentelijke diensten behandelde, heb ik uiteraard
ook meermalen het Kadaster aangeroerd. Indien de genoemde indruk van de
Heer Bijlsma mede op deze passages gegrond zou zijn, past mij een woord
van excuus voor het feit, dat ik mijn mening in deze zo slecht onder woorden
zou hebben weten te brengen.
Degenen echter, die er prijs op stellen, persoonlijke indrukken te vormen, ver
zoek ik evenwel, alvorens deze verontschuldiging te aanvaarden, eens na te lezen
wat ik hierover b.v. op de blzn. 71, 73 en 75 zeide.
Ir B. DE BOER, Amsterdam.
