Ir A. Govers, de Ruilverkavelingswet 1954 in de
practijk, uitgave Nederlandse Uitgeversmaatschappij
N.V. Prijs 2,25.
In de serie ,,hèt moderne bedrijfsleven waarin ook de reeds
eerder door ons besproken werkjes van Ir W. van Riessen (Eigen
dom van appartementen en Kadaster) voorkomen, is thans op
genomen ,,de Ruilverkavelingswet 1954 in de practijk". Het wil
een handleiding zijn voor ieder, die met ruilverkaveling te maken
heeft.
In het woord vooraf" merkt de auteur op dat van de ca. 3 mil-
lioen ha cultuurgrond ongeveer 1.400.000 ha meer of minder ruil-
verkavelingsbehoeftig is, hetgeen betekent, dat vrijwel alle ge
meentebesturen, polderbesturen en land- en tuinbouworganisaties
er mede te maken krijgen.
Hoewel er uitstekende boekjes over de ruilverkaveling zijn ver
schenen, blijven er voor degene, die zich in de materie wil ver
diepen, nog vele vragen over.
De nieuwe wet, waarvan de volledige tekst achterin is opge
nomen, is zeer gecompliceerd. Een deskundige gids als de schrijver
is zeker nodig om in de wettelijke bepalingen iets meer thuis te
raken. De tekst is eenvoudiger dan die van het werk van Mr J. E.
van Leeuwen over hetzelfde onderwerp.
Aan de omschrijving van de betekenis der hedendaagse ruil
verkaveling voor de Nederlandse landbouw gaat een kort en dui
delijk historisch overzicht vooraf.
Juist de verklaring van verschillende begrippen als: ruilver
kavelingsovereenkomst, bestemmingsplan, blokgrens, plan van
toedeling, lijst van rechthebbenden, pachtruil, proefschatting en
vele andere maakt dit werkje ook voor de niet-landbouwer waar
devol. Er zijn vele vragen, waarop men bij het doorlezen ant
woord krijgt (wat doet de Cultuurtechnische dienst, welke
kadastrale percelen mogen in een ruilverkaveling worden betrok
ken, op welke waarde hebben belanghebbenden bij de toedeling
recht, op welke voorwaarden kunnen aan openbare lichamen
kavels worden toebedeeld, welke bepalingen omtrent pacht moet
men kennen, hoe zijn stemming en schatting ingericht).
Het is van belang te memoreren, dat sedert 1924 reeds 116 blok
ken, tezamen groot 80710 ha, zijn gereedgekomen en dat op
1 Januari van dit jaar 10715 ha in uitvoering was (naast de grote
herverkavelingen van Zeeland).
Ir Govers noemt als jaarlijkse capaciteit van de gezamenlijke
ruilverkavelingsbureaux een oppervlakte van ongeveer 10.000 ha.
Het opvoeren van die capaciteit is naar zijn oordeel niet in de
eerste plaats een kwestie van meer deskundigen en ander per
soneel, maar vooral van minder bemoeienis van allerlei instanties
met dit werk.
200