M.T.S., zullen in de toekomst in dienst worden genomen als Technisch ambtenaar van het Kadaster). De Inspecteur van de Hypotheken en het Kadaster heeft meer dan eens verklaard, dat beide categorieën van personeel, die er momenteel zijn, de hun toebedeelde taken meer dan behoorlijk heb ben vervuld. Wat is er nu in deze overgangstijd voor dit in dienst zijnde personeel gedaan? Het gehele corps landmeters, dus tot en met de alleroudste, is of wordt vrijwel zonder uitzondering gebracht op het salaris niveau van de hoofdingenieur, volkomen terecht overigens, omdat de volledige studie voor geodetisch ingenieur nog niet bestond tijdens de vorming van de eerste vier groepen, welke ca. 95 van het gehele corps uitmaken. Aan dit feit ontleent het huidige corps landmeetkundige ambtenaren en landmeetkundige ambte naar A het onbetwistbare recht op dienovereenkomstige wijze, uiteraard op middelbaar niveau, te worden behandeld. IHet feit dat dit tot heden niet geschiedde is een van de belang rijkste oorzaken van de steeds stijgende onrust en de verbitterde stemming onder de leden van laatstgenoemde groepen. Het Bestuur van K. L. schenkt vervolgens aandacht aan de gevolgde personeelspolitiek van 1930 tot heden. Het releveert de proef met metend tekenaarspersoneel omstreeks 1930 en zegt dat de opleiding van verschillende (dus van een minderheid) van deze ambtenaren zodanig is geweest dat aan hen slechts eenvoudige veldwerkzaamheden konden worden op gedragen, constateert als een voordeel voor de dienst: ongetwijfeld een zekere hulp te velde" en als nadelen: een grote onrust en ontevredenheid onder deze ambtenaren, een verminderde productie door deze ontevredenheid, gedurende vele maanden worden verschillende ambtenaren aan de productie onttrokken, een dergelijke opleiding kost het Rijk geweldige bedragen; ondanks deze dure opleiding heeft de dienst een niet-zelfstandig- werkende-ambtenaar-te-velde, aan wie slechts de meer eenvou dige werkzaamheden kunnen worden opgedragen. Deze voorstelling van zaken wijzen wij scherp af, omdat zij ge deeltelijk onrechtvaardig geringschattend voor ons corps is en voor de rest onlogisch en niet juist. Wij zullen de beweringen op de voet volgen. Indien verschillende ambtenaren, dus niet allen, een dusdanige opleiding hebben gehad, dat zij slechts in staat zijn eenvoudige veldwerkzaamheden te verrichten, treft deze slecht opgeleide groep geen enkele blaam. 171

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1955 | | pagina 5