Hun opleiders (landmeters) zijn dus destijds in gebreke gebleven m.b.t. deze opleiding, die hun als diensttaak was opgedragen. Hoe durft men dan aan het slot generaliserend te verklaren: ondanks deze dure opleiding een niet-zelfstandig-werkend ambte- naar-te-velde, aan wie slechts de meer eenvoudige werkzaam heden kunnen worden opgedragen"? Het is niet minder dan een belediging voor ons corps. Zelfs aan de omschrijving van het enige voordeel" kleeft een bitter bijsmaakje: ongetwijfeld een zekere hulp te velde"! De onrust en ontevredenheid sproten geenszins voort uit de opleiding voor de velddienst. Men kon immers, de ranglijst raad plegend, precies zien hoevelen er eerder aan de beurt waren voor deze opleiding. Gedurende een belangrijke periode is de ranglijst vrijwel zonder uitzondering gevolgd. Het verlaten van deze methode en het overgaan tot een naar veler smaak onbevredigende selectie voor de buitendienst, be nevens het grote salarisverschil tussen de ambtenaar te velde en ten kantore waren enkele van de werkelijke oorzaken der stij gende ontevredenheid. Men heeft getracht het laatste te elimineren door de promotie kans te velde en ten kantore gelijk te maken. Dit werd een schromelijke mislukking, omdat de promotiekansen te gering waren en de bezoldiging van de landmeetkundig ambte naar ver onder de maat bleef. Het directe gevolg? In 1 Yi jaar ver~ lieten ruim 15 van het gehele corps landmeetkundige amtenaren de dienst. Het Bestuur van K. L. weet evengoed als wij, dat dit de wer kelijke redenen van de ontevredenheid en van de onrust waren en nog Nzijn. Hiermede is tevens aangetoond, dat de door de Vereniging voor K. L. genoemde achtergrond van de verminderde productie on juist is. Van deze verminderde productie is ons trouwens niets bekend. Indien men met dergelijke aantijgingen komt, dient men cijfer materiaal over te leggen. Gelet op een recente uitlating van de Inspecteur van de Hypotheken en het Kadaster ,,dat de productie per man nog steeds stijgende is", betwijfelen wij de juistheid van deze verminderde productie zeer. Hoe kan het Bestuur van K. L. dit controleren? Uit welke officiële gegevens zou deze conclusie zijn getrokken? Dat de op te leiden ambtenaar voor de velddienst gedurende vele maanden aan de normale productie zou zijn onttrokken is in haar algemeenheid (zoals het in dit artikel staat) volkomen onjuist. Dit geldt zowel voor het verleden (toen de opleiding gedurende slechts enkele jaren bij de bijhoudingsdienst plaats vond), als voor 172

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1955 | | pagina 6