tal plaatsen van landmeetkundig ambtenaar A gerekend, waar tegenover een gelijke vermindering van het aantal plaatsen van landmeetkundig ambtenaar staat. Ten aanzien van de derde maat regel moge worden opgemerkt, dat het benoemen van hoofdland meters tot hoofdlandmeter A eerst mogelijk zal zijn indien bij de eerstvolgende wijziging van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1948 de rang van hooflandmeter A in dat besluit zal zijn opgenomen, waartoe de nodige voorbereidende maat regelen in overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken wor den getroffen. In de Memorie van Antwoord, behorende bij de begroting 1955, op pagina 12, werd medegedeeld, dat voor wat het landmeetkundig personeel van de dienst van het kadaster betreft, gestreefd wordt naar een formatie van 200 landmeters en 650 man middelbaar en lager personeel. Thans is het aantal landmeters gesteld op 205 als gevolg van de reeds genoemde omstandigheid, dat enige oud landmeters bij het kadaster in Indonesië konden worden aan getrokken. Aangezien in de komende jaren een groot aantal landmeters de dienst met pensioen verlaat, zal echter, naar het zich laat aan zien, binnen afzienbare tijd de formatie weer op 200 kunnen wor den gesteld. Aan het streven om te geraken tot een personeelsformatie van het middelbare en lagere landmeetkundige personeel van 650 is gevolg gegeven door uitbreiding van het aantal cursisten aan het Centraal Teken- en Opleidingsbureau, hetgeen tot uitdrukking komt in de verhoging van het aantal plaatsen voor arbeidscontrac tanten (Overige) met 80. De gestadige toeneming van de werkzaamheden bij het kadaster in het algemeen is oorzaak, dat het aantal plaatsen voor het admi nistratief personeel en dat voor de meetarbeiders enigszins moet worden verhoogd, n.l. met 21 plaatsen. In totaal bedraagt de uit breiding van de personeelsformatie van de divisies van het kadaster 106 plaatsen. De aanhoudende vermeerdering van werkzaamheden bij het kadaster vindt haar parallel zowel bij de kantoren van de Bewa ring als bij de Fotografische Reproductie-inrichting. In verband hiermede is voor de personeelsformatie van deze dienstonderdelen op een uitbreiding gerekend met respectievelijk 37 en 2 plaatsen. De afzonderlijke artikelen van de begroting worden als volgt toegelicht: Artikel 155. Een drietal krachten van de Dienst voor Buiten gewoon Landmeetkundig Werk verricht in wezen werkzaamheden ten behoeve van de directie Kadaster en Hypotheken. Bij de raming van dit artikel is hiermede rekening gehouden. De ondergetekende is, na zich op de positie van de inspecteurs van de hypotheken en het kadaster nader te hebben beraden, tot 218

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1955 | | pagina 12