VRAGEN DOOR KAMERLEDEN OVER HET KADASTER.
Het Voorlopig Verslag van Hoofdstuk VIIB (Financiën) be
vat verscheidene vragen over ons dienstvak. Van verschillende
zijden worden deze vragen gesteld. Als dit Orgaan verschijnt,
is het antwoord van de Minister waarschijnlijk reeds gegeven en
zal de openbare behandeling reeds achter de rug zijn.
Dezelfde leden, die benieuwd zijn naar de resultaten van een
onderzoek betreffende de salarispositie van de hogere ambtenaren
van de belastingdienst, hadden voorts met enige verontrusting
kennis genomen van enkele persmededelingen over het functio
neren van het overleg in de daarvoor bestemde bijzondere com
missie. Uit deze berichten hadden zij de indruk behouden, dat b.v.
in het overleg over de voorgenomen maatregelen omtrent de per
soneelsvoorziening van het kadaster nauwelijks ruimte geweest
was voor een gesprek. Is het juist, aldus vroegen zij, dat de
examencommissie voor het toelatingsonderzoek voor de in te stel
len overgangscursus reeds een dag na de ,,overleg"-vergadering
bijeen was en de datum van het schriftelijk examen reeds vast
stond vóór de vergadering van het georganiseerd overleg? Zo op
beide laatste vragen een bevestigend antwoord wordt gegeven,
zouden deze leden gaarne vernemen of dan de indruk, dat van
een werkelijk overleg op één van de belangrijkste punten in feite
geen sprake kon zijn, niet in belangrijke mate versterkt wordt.
Kadaster en hypotheken. Vele leden hadden met belangstelling
kennis genomen van de mededelingen in de Memorie van Toe
lichting over de reorganisatie van de kadastrale dienst.
Zij zouden gaarne van de Minister vernemen of de te benoemen
directeur van deze dienst alleen bevoegdheden heeft ten aanzien
van de technische aangelegenheden en of de organisatorische en
personeelsaangelegenheden door andere buiten deze dienst
staande ambtelijke instanties worden verzorgd.
Verscheidene leden zouden gaarne een nadere motivering ont
vangen omtrent de noodzakelijkheid van uitbreiding bij het kadas
ter. Waarmede zijn de werkzaamheden toegenomen?
Verschillende andere leden, die met genoegen geconstateerd
hadden, dat de openbare gedachtenwisseling met de Regering in
zake de kadastrale dienst tot een aantal te waarderen resultaten
geleid heeft, stelden de vraag, in welke salarisklasse de nieuwe
directeur geplaatst zal worden. Huns inziens is salarisklasse 153
hiervoor de geëigende, zijnde dit de klasse, waarin alle directeuren
aan het Departement van Financiën zijn ondergebracht.
Het was de vele eerderbedoelde (en ook andere) leden niet dui
delijk, waarom de bij de begrotingen van 1954 en 1955 in uitzicht
gestelde bevordering tot hoofdlandmeter A voor velen nog steeds
niet tot stand is gekomen.
Zij zouden gaarne nader ingelicht worden over de resultaten,
door de bijzondere Commissie voor georganiseerd overleg bij het
221