voerige beschouwingen aan de nieuwe ruilverkavelingswet. Op pag. 243 van no. 5 zegt hij: ,,De aanstaande wet is een veel moei lijker leesbare, een veel meer geperfectioneerde en een van de uitvoerders der ruilverkaveling véél meer tijd vergende wet ge worden." Vervolgens geeft hij in een viertal artikelen een uit voerig exposé over de nieuwe wet. Aan het slot van zijn derde artikel maakt Ir Govers nog de volgende opmerkingen: ,,Mijn voor naamste bezwaren zijn gericht tegen het vele meerdere werk, dat de nieuwe wet de bureaux ruilverkaveling op de schouders legt en de vertragende werking, die de bepalingen op de procedure zullen hebben" en vervolgens: ,,Ik zie dan ook in tegenstelling met geuite verwachtingen een vermeerdering van 25 a 30 als gevolg van de nieuwe wettelijke bepalingen" (no. 2 pag. 85). Zou het geen aanbeveling verdienen, nu de nieuwe wet zoveel meer werk van de uitvoerders der ruilverkaveling gaat vergen, dat men tracht de werkzaamheden ten kantore wat te vereen voudigen en daardoor de afwerking te versnellen, zodat de 25 a 30 werkvermeerdering, welke verwacht wordt door voormelde schrijver, enigszins wordt gecompenseerd. Dit mede in verband met het feit, dat ongeveer 1.400.000 ha voor ruilverkaveling in aanmerking komt, ongeveer 750.000 ha ruilverkaveling is aan gevraagd, tot heden ca. 87.000 ha is gereedgekomen, terwijl de huidige capaciteit van de bureaux ruilverkaveling mogelijk de 10.000 ha per jaar kan benaderen. Een tiental jaren geleden vervaardigde men de Werkplans I, waarop de door de rechthebbenden ingebrachte percelen, alsmede de schatting van deze percelen staan afgebeeld, door kopiëring van het desbetreffende netteplan, terwijl op gelijke wijze de schat tingsveldkaart ontstond. Dit alles vergde te veel tijd. Thans vol staat men met een positieve fotokopie van het netteplan. De in vulling van de ruilverkavelingsregisters geschiedde vroeger ook veel uitvoeriger dan thans. De pachters worden onder de nieuwe wet niet meer in de lijst van rechthebbenden opgenomen, omdat deze hun rechten ontlenen aan het feit, dat de pachtovereenkomst door de Plaatselijke Commissie geregistreerd is. (De wijze van registratie is evenwel zeer ingewikkeld.) Steeds werd gezocht naar vereenvoudiging en daarmee gepaard gaande besparing van werkzaamheden. Naast dit Werkplan I heeft men ook nog een Werkplan II, het plan waarop later de toedeling wordt geprojecteerd (en veelal ook nog grondplans). Deze Werkplans II waren voorheen ge- kaarteerde plans, veelal gemeten door tekenaars o.a., jongelui, die in de bezettingstijd een onderdak vonden aan de Bureaux voor Buitengewoon Landmeetkundig Werk (B.L.W.). Op vele van deze kaarten stonden alle details, welke op het terrein zichtbaar waren. Tevens zijn daarna ook vele Werkplans II ontstaan, waarbij de opmeting van de omtrek en die van markante grenzen gelijktijdig met de opmeting van wegen en waterlopen geschiedde. Later wer- 228

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1955 | | pagina 22