rekend wordt op de gemeten en op het kantoor gekaarteerde (veelal uit luchtfoto's vervaardigde) Werkplans II, terwijl de schattingsberekening aantoont, dat de grootte van de ingebrachte percelen veelal tot rond 2 afwijken. (Bij grote afwijkingen gaat men na of er vroeger fouten zijn gemaakt. Indien dit het geval is, worden deze hersteld, terwijl pertinente onjuistheden veelal blijken bij het eigendomsonderzoek.) Gezien dit geringe verschil zou het mogelijk verantwoord zijn, in afwijking van de klassieke methode, de verdeling geheel uit te voeren op een langs mechanische weg verkregen kopie (desgewenst in grijs; de schattingsgrenzen kun nen dan in blauw worden opgehaald) van het Werkplan I. De op het terrein geprojecteerde en aldaar uitgezette wegen en waterlopen kunnen aan de kadastrale grenzen, zonder meetlijnen- verband, worden vastgemeten en aldus op het tot Werkplan II gepromoveerde Werkplan I worden gekaarteerd, waarna de toe deling op deze plans wordt uitgevoerd. Dit alles zonder dat enige meetkundige grondslag op het terrein is aangebracht. Overeen komstig de uitpassingen verkregen op deze Werkplans II worden de kavels op het terrein uitgezet. De uitpassingsmaten kunnen op het terrein worden aangepast aan de terreinmaten. Wanneer de gehele ruilverkaveling aldus is uitgevoerd, de wegen en waterlopen zijn aangelegd en de kavelsloten gegraven, zou men over kunnen gaan tot het maken van luchtfoto's van de nieuwe toestand. 1De alsdan uit de luchtfoto's verkregen kaar ten, zullen hun volle profijt aan de kadastrale dienst kunnen bewijzen. Het is niet uitgesloten, dat op het tijdstip, dat de nieuwe ter reinstoestand gevlogen" dient te worden, nog niet alle werk zaamheden op het terrein voltooid zijn, in welk geval toch tot bijmeten van de ontbrekende grenzen dient te worden overgegaan. De ontbrekende grenzen kunnen dan veelal gekaarteerd worden uit het uitzettingsveldwerk, voor zover het geen wegen en water lopen betreft. De bebouwde kommen zullen alsnog gemeten moeten worden. Ten behoeve van deze meting zal een meetkundige grondslag wor den gelegd, doch slechts voor zover voor het opmeten van deze bebouwing daaraan behoefte blijkt te zijn. Het stelsel van machine coördinaten kan mogelijk ten behoeve van deze meting worden verdicht. De over te leggen veldwerken zullen uiteraard zeer summier zijn en slechts die gegevens bevatten welke men gebruikt heeft bij het uitzetten van de kavels op het terrein en welke maten aldaar ge meten zijn, alsmede de meetgetallen verzameld bij de opmeting van de bebouwing. 230 1) Elders heeft men besloten, op een later tijdstip te „vliegen" met de moti vering, dat dan meer wegen en waterlopen, kavelsloten gereed zijn gekomen en meting van deze daarom overbodig is geworden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1955 | | pagina 24