Opgaven mei landmeetkundige inslag Opgave LUI Deze opgave vertoonde enige hindernissen, maar toch niet zo onoverkomelijk dat ze niet konden worden genomen. Uit de schetstekening, die aan de hand van de gegevens is samen te stellen, blijkt dat we in feite te maken hebben met twee vraag stukjes: de bepaling van de coördinaten van het punt 101 en de behandeling van de polygoon 101106. Het eerste is een practijk- geval dat de Heer D. de Groot, hoofdlandmeter te Utrecht, zo vriendelijk was ons te verstrekken. De punten A en B zijn twee torenspitsen en de punten P en 101 twee opstellingsplaatsen, waar van P zeer dicht bij B gelegen is, vermoedelijk op de omloop van de toren. Lengtemeting was dus niet te verrichten. Zoals het vraagstuk in onze rubriek gesteld is, zijn er voor 101 twee mogelijkheden. De coördinaten van 101 toch kunnen ver kregen worden door de cirkel, die op AB beschreven is en ^B 101A bevat, te snijden met de rechte P101. In het practijkgeval was door de situatie op het terrein direct uit te maken welk stel coördinaten voor 101 moest worden bepaald. Hebben wij de schetstekening ongeveer op schaal gemaakt, dan kunnen we aan de hand daarvan al zien welk punt 101 we heb ben te kiezen. Indien we zo echter geen beslissing durven nemen kunnen we ook de polygoon 101106 als eenzijdig aangesloten polygoon beschouwen en, uitgaande van 106, coördinaten voor 101 vinden die ons een duidelijke aanwijzing geven voor de keuze van het punt 101. Nu rest ons nog de berekening van de punten 102 t/m 105. Al spoedig blijkt dat er nog een hindernis is te nemen. De sluitfout in de hoeken is abnormaal groot, ongeveer 7,36 gr. Met behulp van een der methoden aangegeven op blz. 204 van Lager Land meetkundig Rekenen van Ir F. Harkink zouden we nu de plaats van de fout kunnen opzoeken. Maar voordat we hier toe overgaan bekijken we de gegeven hoeken nog eens en zien al gauw dat het supplement van slechts een der hoeken, nl. die op 103, ongeveer de helft is van de geconstateerde tegenspraak. De veronderstelling is dus gewettigd dat op dit punt de aanduidingen der richtingen zijn verwisseld. We wagen een kansje en vervangen de hoek op 103 door z'n applement. Dit is een handelwijze die in de practijk in een dergelijk geval altijd wordt gevolgd en meestal succes heeft. Als de berekening van de polygoon met het gewijzigde gegeven normale bedragen voor fx en fy geeft, mogen we aannemen dat onze veronderstelling juist is geweest. Door aldus te handelen wordt ook bij deze opgave veel extra rekenwerk voorkomen. 233

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1955 | | pagina 27