wie in früheren Jahrhunderten, das Geistesleben seines Asyllandes
zu befruchten imstande ist".
Zou zulke daverende, holle humbug toch werkelijk onmisbaar
zijn, om in brede kringen de aandacht te trekken? Zo ja, dan moe
ten de inleidende bladzijden van Ir Harkink het inderdaad afleggen
tegen die van T. Want zelfs het N.I.V.E., dat zich blijkbaar ge
roepen voelt handiger rekenmethoden in ons land te introduceren,
kende blijkbaar het boek van Harkink niet, kende de uitvoerige
boekbespreking niet die Ir W. J. Vollewens er in „Euclides"
(18de jaargang, 1941/42) aan heeft gewijd en waarin gezegd
wordt: ,,Het zou dan ook m.i. zeer gewenst zijn, dat bij de op
leiding van onze middelbare technici het ,,practische rekenen"
zoals dit in dit boek wordt behandeld als verplicht vak zou wor
den gegeven, terwijl ook de verschillende opleidingen voor han
dels- en kantoorpersoneel zeer nuttig werk zouden doen als zij dit
vak zouden geven Men zou zeggen, het slot van de aan
haling schijnt juist voor een instituut als het N.I.V.E. geschreven.
Maar het trof hier geen doel. De gezwollen taal van T. dringt
wel door. Laat Zwitserland voor zichzelf beoordelen in hoeverre
het de heer T. dankbaar is voor zijn rekenbrochure, voor ons is
er in het geheel geen reden het N.I.V.E. dankbaar te zijn voor
het houden van een cursus, gebaseerd op een suggereren van iets
nieuws, tegen een prijs die het tienvoud bedraagt van de aan
schaffing van een uitstekend boek, dat helaas te weinig bekend is.
Boeken en brochures
Verslag Centrale Cultuurtechnische Commissie en Cul
tuurtechnische dienst 1952 (Uitgave Ministerie van
Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening)
Enige weken geleden verscheen het: Verslag van de Centrale
Cultuurtechnische Commissie en van de Cultuurtechnische Dienst
over 1952".
Dit verslag telt 178 blz., is keurig verzorgd en bevat naast de
tekst wederom enkele foto's, verschillende kaarten, tabellen en gra
fieken. Uit het gehele verslag blijkt duidelijk dat de ruilverkaveling
de hoofdschotel van het cultuurtechnische werk is.
Het verslag houdt o.a. het volgende in:
samenstelling der C.C.C.
de ruilverkavelingsovereenkomsten,
de ruilverkavelingen uit kracht der wet.
de in 1952 gereed gekomen blokken,
personeelsformatie der C.D.
cultuurtechn. objecten, geen ruilverkaveling zijnde,
artikelen: de afd. Onderzoek,
Waterbeheersing in gebieden met gering verhang,
Wegenbouw 1952.
240