lioen grondrente" te schenken (gekapitaliseerd dus ongeveer 800.000,000,Het is te wensen, dat bij een komende bespre king van verdergaande maatregelen der huurverhoging ook deze zijde van het grondbelastingvraagstuk door de Kamerleden zal worden bekeken. In onze tijd steekt niet alleen de Overheid kapitalen in de woningbouw o.a. door het verlenen van voorschotten en bouw- premies, gelden waarvan een belangrijk deel öf a fonds perdu is verleend öf door het verschil tussen hoge bouwkosten en redelijk huurpeil geen of weinig rente zal dragen. Ook de particu liere sector van de woningbouw voteert millioenen guldens, waar van t.a.v. de geschatte huurbedragen een groot gedeelte nooit rentegevend zal kunnen worden. Aan bepaalde gedeelten van de land- en tuinbouwsector wor den jaarlijks grote bedragen aan subsidie verstrekt, vooral geput uit het „grondbelastingpotje". De cultuurtechnische werken herverkaveling, ruilverkaveling, ontwatering en ontginning worden mede door de Overheid gefinancierd. Op de kortgeleden gehouden jaarvergadering van het Algemeen Orgaan voor de Voedselvoorziening sprak minister Mansholt over 1.200.000 hec taren cultuurgrond, die tot agrarisch noodgebied is verklaard en met overheidssteun op korte termijn zal worden getrokken tot op het gemiddelde productieniveau. Het lijkt ietwat zot, dat aan de ene kant de huiseigenaar een bouwpremie krijgt voor een gedeel telijke overbrugging van zijn jaarlijks terugkerende onrendabele kosten, en aan de andere zijde dezelfde Overheid hem jaarlijks een grondbelastingrekening voor ditzelfde huis presenteert. Het lijkt wat dwaas, dat de Staat enerzijds grondbelasting van een Langedijker tuinbouwer invordert, en hem aan de andere kant uit die „belastingpot" een veel hoger bedrag aan subsidie verleent, als het een slecht kooljaar is geweest. Nog onbegrijpelijker zou het zijn, als besloten zou worden, de geheel verouderde schattingen van de belastbare opbrengsten on gebouwd en gebouwd te herzien op de wijze, als gevolgd is in 1826, 1879 en 1904. In 1920 werd door deskundigen berekend, dat die herziening ongeveer acht jaren tijd zou vergen. Hoeveel mil lioenen thans zulk een herziening (op het tijdstip van de inwer kingtreding al weer verouderd) zou kosten, is niet bij benadering te schatten, nog afgezien van de omstandigheid, dat deskundig schattings- en meetpersoneel in deze tijd van personeelsgebrek moeilijk vrij te maken zal zijn. De vraag rijst, of herschatting nodig zal wezen, nu de belastingadministratie reeds beschikt over een ook op dit punt fijn besnaard en uiterst gedifferentieerd apparaat, dat het inkomen uit het bezit van land en gebouwen in al zijn onder linge verschillen naar draagvermogen kan treffen. Een vrij Kadaster. Misschien zal in de naaste toekomst de spanning tussen woning- 214

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1955 | | pagina 8