huur en loon- en prijspolitiek deels worden weggenomen door nog
verdere verlaging van de grondbelasting. Misschien zal in de
nabije toekomst op forse wijze een streep worden gezet onder de
zo hoognodige herziening van de belastbare opbrengst, eenvoudig
door afschaffing van de grondbelasting met heel haar administra
tieve rompslomp en haar altijd verouderde grondslagen.
Schrijver dezes hoopt met vele beroepsgenoten op de afschaf
fing, waardoor voor het Kadaster, voor de administratie van de
rechten op het onroerend goed meer mogelijkheden openkomen en
waardoor er meer ruimte komt, om los van de belastingdiensten
in grotere zelfstandigheid te groeien naar een overkoepelend
rijksinstituut, dat niet alleen de administratie voert van de zake
lijke rechten, maar dat ook tot op de dag bij de grondslagen
zal kunnen leveren voor het gehele complex van ruimtelijke plan
ning", dat het de komende jaren aan Nederland mogelijk moet
maken, te kunnen blijven eten, wonen, werken en zich blijvend te
kunnen ontspannen.
215
Bronnen:
1) Mr M. v. d. Pot, Verhand, over de belasting, in Holland bekend onder den
naam van Ordinaire Verponding, Utrecht 1795, blz. 291.
2) Cl. A. Crommelin, Beschouwing over de grondbelasting, A'dam 1865, blz. 43.
3) Bedenkingen over de Kadastrale werkzaamheden, anders gezegd, de op
making en berekening van het zuiver inkomen der belastbare gebouwde en
onqebouwde eigendommen, Brussel 1826, Pamflet no. 25659 in Kon. Bibl. te
's-Hage.
4) J. P. Ciriaci, Memorie van bezwaren omtrent de heffing der Grondbelasting
in Limburg, Haarlem 1863.
5) De evenredige verdeeling der Grondbelasting, thans in behandeling bij de
Staten-Generaal, Breda 1858. Iets over de Instandhouding van het Kadaster,
Wageningen z.j., broch. Kon. Bibl. no. 1032.
6) H. G. W. Briedé, De Wet op de Grondbelasting, 's-Hage 1876, blz. 1.
7) J. J. v. Konijnenburg, De door Mr N. G. Pierson voorgestelde wijziging in
de wetgeving op de Grondbelasting, voorzover deze de ongebouwde eigen
dommen betreft, Diss., 's-Hage 1896, blz. 46—48.
8) O.a. Jhr N. J. Martini van Geffen, De herziening onzer Grondbelasting op
meer rationelen grondslag met eene besparing van kosten van meer dan een
millioen, A'dam 1879; Herziening der G.B. op Geologischen-Landbouwkundigen-
Kadastralen grondslag, door een Grondeigenaar tevens Man van 't vak, broch.
Kon. Bibl. no. 2528.
9) Mr E. J. J. B. Cremers, De Economische Werking der Grondbelasting op
de ongebouwde eigendommen, 's-Hage 1892, T. Smid, De voorgestelde ver
hooging der Grondbelasting, 's-Hage z.j., blz. 21.
10) Zie Kamerverslagen 1915—1916; Rapport omtrent de huidige en het in de
aanhangige Wetsontwerpen voorgestelde Systeem der Grondbelasting, vervaar
digd in opdracht van de Ned. Bond v. Vereen, v. Huis- en Grondeigenaren
(1917); I. Boer Hz, Uitvoering der Ontwerpen-Wet op de G.B. i.v.m. het
Kadaster, Anrhem 1919.
11Verslag der Commissie voor de reorganisatie van den Kadastralen dienst,
ingesteld bij besluit v. d. Min. v. Financiën van 19 Aug. 1918 no. 142, afd.
Hvp. en Kad., 's-Hage 1920, blz. 48, 51 en 52.
12) zie noot 4).
13) Memorie van Antwoord van 10 Dec. 1917 op het gewijzigd ontwerp-Wet
G.B. blz. 10.
14De Grondbelasting, no. 9 der Geschriften v. d. Vereen, voor Belasting
wetenschap, Stenogr. verslag v. h. Debat betreffende het Rapport v. d. Com
missie voor de Grondbelasting, Purmerend 1929.