lingscapaciteit tot 25000 a 30000 ha per jaar. De kadastrale ruil-
verkavelingsdienst behoeft geen uitbreiding te ondergaan.
10. Omtrent de achterstand is medegedeeld, dat op 31 december
1950 nog 39201 metingen, betrekking hebbende op gedeelten van
kadastrale percelen, onafgedaan waren tegen 66730 op 31 decem
ber 1954.
Het aantal metingen op aanvraag van particulieren is in dat
tijdvak met ca. 40 gestegen.
Het aantal ha afgedane ruilverkavelingen was van 19461954
gemiddeld 6500 ha per jaar.
Aan de openbare bespreking op 17 november 1955 werd deel
genomen door de kamerleden Van de Wetering, Haken, Engel-
bertink, Ritmeester en Peschar, die verscheidene onderwerpen uit
V.V. en M.v.A. aansneden.
De Staatssecretaris deelde o.m. mede, dat door aanschaffing van
een autograaf voor onze dienst de outillage op mechanisch gebied
is verbeterd. Het beleid is er in de eerste plaats op gericht het
(kadastrale) werk te verschuiven van de landmeters naar de mid
delbare ambtenaren. Er zijn maatregelen genomen om in de naaste
toekomst m.t.s.-ers in dienst te nemen. De overgangscursus, die
zal maken, dat ook ambtenaren uit de dienst van het kadaster een
opleiding op m.t.s.-niveau zullen kunnen volgen, is nu aan de gang;
voor die cursus zijn 50 mensen aangewezen. De Minister over
weegt, de cursusduur te verkorten tot een jaar.
De afdeling Kadaster en Hypotheken is kort geleden tot een
directie geworden. De directeur is op het ogenblik benoemd in
schaal 152. Het salaris van de landmeetkundig ambtenaar zal wor
den verhoogd.
T.a.v. de meetarbeiders is bepaald, dat voor de arbeidscontrac
tanten uit deze groep een verhoging van de beloning moet plaats
vinden. Aan de mogelijkheid tot aanstelling in vaste dienst is een
verruiming gegeven.
Mede als gevolg van een daartoe strekkend verzoek van het
kamerlid de Heer Ritmeester is toegezegd, dat in 1958 nog een
aantal landmeetkundig ambtenaren de gelegenheid krijgt om de
overgangsvakcursus landmeetkunde te volgen.
De kadastrale diensten zijn ,,in het nieuws" geweest. Wij hopen
dat de bijzondere aandacht, die Tweede Kamer, Regering en pers
aan ons werk hebben gewijd, een gezonde ontwikkeling van het
Kadaster in al zijn onderdelen zal bevorderen.
12