K. BUURSINK:
Fotogrammetrie
Het is aan het bureau Ruilverkaveling te Zierikzee een goede
gewoonte geworden eens in de 14 dagen een uurtje van het werk af
te nemen om een van te voren bepaald onderwerp door een der
ambtenaren te laten inleiden en daarna een discussie hierover uit
te lokken.
Ir. W. J. J. van Lent en schrijver van dit artikel hebben het
bovengenoemde onderwerp behandeld en omdat deze nieuwe me
thode om kaarten te vervaardigen in de toekomst wel meer van
zich zal laten horen, leek mij publikatie van het verslag, dat van
deze besprekingen is opgemaakt, in wijdere kring nuttig.
Vooraf echter nog een algemene beschouwing.
Luchtfotografie is al een oude bezigheid. Ik vermoed, dat na
het uitvinden van de luchtballon en van het fotografietoestel in de
eerste de beste oorlog al luchtfoto's zijn gemaakt om de positie van
de tegenstander te verkennen.
De toepassing van de luchtfotogrammetrie bij het kadaster
dateert echter van 19311932. Het is bij de Biesbosch begonnen.
Daarna werden nog enkele kleinere gebieden gevlogen. Eén van
deze objecten was de Eemnesserpolder, welke polder in de jaren
19381940 verkaveld is.
Naar aanleiding van de hier verkregen resultaten werd besloten
de fotogrammetrie als hulpmiddel bij de ruilverkaveling meer alge
meen toe te passen.
De tweede wereldoorlog verstoorde deze ontwikkelingsgang.
Na afloop van deze oorlog werd de draad weer opgevat, al zijn
voorlopig ten behoeve van de ruilverkaveling geen speciale foto's
gemaakt; men behielp zich met toevallig in de archieven van de
K.L.M. en de Topografische dienst of bij de R.W.S. aanwezige
negatieven.
Pas bij de ruilverkaveling ,,de Kolken" en Beltrum" werd
weer speciaal ten behoeve van de ruilverkaveling gevlogen. In
19541955 zijn grotere gebieden aan de beurt gekomen. De
herverkavelingen, welke in Zeeland worden uitgevoerd dwingen
door hun omvang tot de snelst-mogelijke en toch nog verantwoorde
werkmethoden, waarbij vooral van belang is de factor: met zo wei
nig mogelijk personeel.
Zo is in 1954 het eiland Tholen gevlogen en is men nu bezig met
Schouwen-Duiveland.
Maar hoe zal de fotogrammetrie als werkmethode zich ontwik
kelen en zal haar betekenis zich in de toekomst alleen beperken
tot ruilverkaveling?
Het over het algemeen nogal conservatieve kadaster staat min
2