Opgaven toelatingsonderzoek voor de over
gangsvakcursus voor Landmeetkunde 1955
DEEL I.
Tijd: 14.00—15.00 uur.
1. Geef een definitie van „Kadaster" en van Landmeten".
2. Geef tenminste drie, duidelijk van elkaar te onderscheiden,
oorzaken, waardoor er verschil kan ontstaan tussen de
kadastrale grens van twee percelen (die steeds in verschillende
handen zijn geweest) en de terreinsgrens.
3. Hoe komen de veranderingen in de rechtstoestand van per
celen ter kennis van het kadaster?
4. Wanneer geschiedt er in de Staat Kad. no. 75 geen verwijzing
van de nieuwe uit de oude percelen en wie heeft daar vooral
last van?
5. Waarom maakt het kadaster gebruik van hulpkaarten?
6. Welke redenen hebben geleid tot invoering van het filmplan?
7. Wat is het werk van de landmeter van het kadaster
abij de landmeetkundige dienst;
b. bij de dienst voor buitengewoon landmeetkundig werk;
cbij de bijhoudingsdienst der Rijksdriehoeksmeting;
d» bij de ruilverkavelingsdienst?
Een onderdeel, naar keuze, te beantwoorden»
De vragen 1 tot en met 6 dienen beknopt te worden beant
woord, bij vraag 7 kan het antwoord uitvoeriger zijn.
(Deze opgave moest bij het gemaakte werk worden ingeleverd»)
VRAAGSTUK b»
Bij akte van verkoop overgeschreven in deel 1800 volgn. 12
is door Antoinette Klaassen wonende te Brussel, België, over
gedragen aan Anna Pietersen, weduwe van G. Janssen, wonende
te Vught, van het perceel gemeente Vught sectie H no. 413 een
ongeveer Z.W. gedeelte, groot ongeveer 3,00 are, huis en tuin.
33
V