Nu een goniometrische oplos
sing, Wanneer we behalve de
aangegeven letters en h2 in de
figuur nog stellen ER x en
FR c= y, kunnen we de volgende
twee vergelijkingen opschrijven:
2 opp. A ERF hxx h2y
2 opp. A ERF*= xy sin xpf
waaruit x en y zijn op te lossen.
d. Nog een goniometrische oplossing.
8,2 opp. A EBS
-s 2 opp. A FCS
BS2
opp. vierh. ABCD
BS2
cotg a -h cotg d
CS2
cotg a i+ cotg y
CS2
A cotg a cotg cotg a -f- cotg y
En deze vorm is te herleiden tot een vierkantsvergelijking in
cotg a.
Hierna zullen we overgaan tot beantwoording van de tweede
vraag, waarvoor we drie oplossingsmogelijkheden zullen aan
geven.
2 opp. SKH
2 opp. SGK t
SK. SH. sin a
SG. SK. sin
Door deling volgt hieruit
SG
SH
sin a opp. A SGK
sin (5
Maar we hebben ook de betrekking SG. SH
opp. A SKH
2 opp. A SGH
sin (a (5)
In deze twee vergelijkingen komen alleen SG en SH als onbe-
49
c.