W? Inzender H. Drenth geeft de volgende oplossing. De driehoeken SKG en SKH hebben KS gemeen. Hun opper vlakten verhouden zich dus als de loodlijnen NG en TH. Wanneer we nu uitgaan van een aangenomen lengte SL, dan behoort hierbij een loodlijn LGj^. Maar bij deze LGi kunnen we MH1 en de afstand der voetpunten LM benevens SKt berekenen en de oppervlakte van A SK1H1. De lengte SK volgt nu uit SK2 SK]2 opp. A SKH opp. A SK^, waarna de verdere berekeningen geen moeilijkheden meer zullen opleveren. De gevraagde coördinaten benevens die van K luiden afgerond op cm's. G 172,41 223,18 H 216,04 269,71 K 191,52 243,56 Goede oplossingen ontvingen we van de heren P. van Beek, F. Blondel, A. Bosman, H. J. Drenth, W. van Keppel, A. Klaver boer, J. Kok, M. J. Meywaard, B. F. Osinga, A. van Prooijen en I. C. Zwartbol. Opgave LVI. In de Revue des Géomètres-Experts Topographes Francais komt in de aflevering maart 1955 het volgende vraagstuk voor, dat we ook aan onze lezers als opgave willen voorleggen. ,6jvF 1S30G ~-7*£V-ti. 51 LKJ j, 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1956 | | pagina 7