de papyrus. De roodgekleurde bergen waren vindplaatsen van
goud.
Birch komt in zijn artikel „Upon a historical tablet of Ramses II
relating to the gold mines of Aethiopia" (opgenomen in Archeolo-
gia 1852, deel 34, biz. 354 e.v.) tot de conclusie, dat het een oud
plan van de goudmijnen van Nubië is.
Heel lang beschouwde men de twee stukken van de op blad I
van de papyrus voorkomende kaart als twee geheel afzonderlijke
tekeningen. Door de studie en het onderzoek in loco van A.
Gardiner, een andere bekende Egyptoloog, is komen vast te staan
dat het één plan is.
De kaart is anders georiënteerd dan de onze, dus niet noord
87
7öe fcfwet) ncia-r
Verkleinde schets, voorkomende op blad I van papyrusgedeelte I van Turijn,
genoemd: ,,de goudmijnen en de wadi Hammamat", (zie artikel van Georges
Goyon in „Annales du Service des Antiquités de l'Egypte", tome XLIX, deux.e
fascicule, Le Caire, 1949, blz. 327).
De pijltjes wijzen de plaatsen aan, waar de stukken zijn samengevoegd. Ge
cultiveerde grond is gearceerd. Waar de bergen op de schets in rood zijn gemerkt,
vermoedde men vindplaatsen van goud.
De kaart stamt uit een tijd van hoge beschaving. Men leze b.v. van Prof.
R. J. Forbes .Metallurgy in antiquity" 1950, waar details van de goudwinning
in Nubië worden gegeven. Hammamat ligt drie dagreizen van het Nijldal aan de
woestijnweg van Koptos naar de Rode zee.