voor beide de optimale waarde, uitgedrukt in geld per ha, vast
gesteld. Daarna wordt het aantal overgangsklassen bepaald, tussen
de beste en de slechtste grond en voor iedere overgangsklasse de
optimale waarde per ha. De klassen hebben veelal een waarde
verschil van 100,tot 200,Van deze verrichtingen wordt
een proces-verbaal opgemaakt dat door alle aanwezigen wordt
ondertekend.
Bij het vaststellen van het aantal klassen wordt gelet op de
grondsoort (klei, zand, veen, leem, enz.), de samenstelling van de
bovengrond (meer of minder humus, loodzand, structuur), de sa
menstelling van de ondergrond (grof- of fijnkorrelig, bankvorming,
doorlatendheid)In het algemeen worden de gronden van verschil
lende gebruiksbestemming gescheiden gehouden; naar de bestem
ming worden b.v. aangetroffen bouwland, grasland, tuingrond,
erven, boomgaarden, houtopstanden, kunstwerken en gebouwen,
kaden, wegen, water, enz.
In het proces-verbaal worden voor de verschillende variabele
factoren, voorzover deze niet optimaal zijn, aftrekken opgenomen,
waarmede de optimale waarde maximaal kan worden verminderd.
Opgemerkt zij, dat alle factoren die het produktie-vermogen van
de grond beperken en die door de ruilverkaveling worden ver
beterd, bij de schatting dienen te worden betrokken. Uiteraard zal
daarbij volstaan moeten worden met die factoren, die kunnen
worden gewaardeerd in een veelvoud van 100,desnoods van
50,per ha.
Gelet op het vorenstaande zal in het algemeen met de volgende
aftrekfactoren rekening moeten worden gehouden:
afactoren van zuiver bodemkundige aard, zoals niet-egale
ligging en storende lagen in het profiel. Voor de in het kader
van de ruilverkaveling uit te voeren ontginningen en her
ontginningen zullen derhalve aftrekken moeten worden toe
gepast;
b. factoren met betrekking tot de waterbeheersing. Hierbij dient
rekening te worden gehouden met de maatregelen, welke
noodzakelijk kunnen zijn voor de waterbeheersing in hoofd
zaak (het graven van hoofdwaterlossingen, het stichten van
bemalingsinstallaties, enz.) en de maatregelen voor wat
betreft het in orde maken van de waterhuishoudkundige
toestand binnen de percelen (drainage, begreppeling en in
filtratie);
c. factoren met betrekking tot de ontsluiting. De wijze waarop
de percelen bereikbaar zijn zal door het al of niet toekennen
van een evenredige aftrek worden gewaardeerd. In het
kader van de ruilverkaveling zullen immers nieuwe wegen
worden aangelegd en bestaande zand- of kleiwegen worden
verhard;
90