graag voor deze opgave zouden gebruiken. Het snijpunt der weg
kanten MA en HN ligt wel erg ver verwijderd vergeleken met de
lengte der meetlijn. Dit geeft alleen maar kans op te ruwe uit
komsten, wanneer niet met de grootste nauwkeurigheid wordt
gerekend, hetgeen dan ook bij enkele inzendingen tot uiting is
gekomen.
Toen lag het punt S, waardoor de rechte EF moest gaan, buiten
de figuur. Nu ligt het punt D er binnen. Daardoor kunnen we met
vrucht gebruik maken van een andere methode, waarvoor trouwens
de sleutel in oplossing van het vorig vraagstuk was gegeven.
cc
N'
Met behulp van de geven meetgetallen berekenen we allereerst
het verschil van de oppervlakten der delen aan weerszijden van de
meetlijn j/^ k 2797, 8712). Het komt er nu op aan de rechte
MDN zo aan te brengen dat opp. A DHN opp. A DMI k
is. Hiervoor is een der twee volgende methoden wel het meest
aan te bevelen.
I. Stel L DIM a, L DHN pt L MDI y, ID a en DH b.
2 opp. A DNH
cotg p cotg y
2 opp. A DMI v
cotg a -f- cotg y
b2 a2
cotg cotg y cotg a cotg y
Hierin komt alleen cotg y als onbekende voor. Na uitwerking
vinden we een vierkantsvergelijking, waaruit volgt y*=< 6,7681 of
57,7440. De tweede wortel komt, gelet op de situatie, niet in aan
merking.
De berekening van de gevraagde lijnstukken is nu verder een
voudig. We kunnen de hoeken bij M en N afleiden, waarna
toepassing van de sinusregel ons de gewenste lijnstukken geeft.
94