W. KOOPMANS:
Het Turkse kadaster
Een schriftelijk contact met enkele jonge Turkse landmeters
maakte het ons mogelijk, verschillende bijzonderheden mede te
delen omtrent het vigerende kadastrale systeem in de jonge
republiek.
Door herhaalde ontmoetingen met één van deze ambtenaren (de
heer Kocaman) op een internationaal Esperantocongres werden wij
tevens nader gebracht tot de zonder hulp onbegrijpelijke
documenten.
Turkije werd, zoals bekend mag worden verondersteld, tot 1923
het Ottomaanse Rijk genoemd (Osmanli Imperatorlugu)Dit
Ottomaanse Rijk, als onafhankelijke staat in Klein-Azië gegrond
vest in de 14e eeuw, is genoemd naar sultan Osman of Otman,
wiens wensdroom in een oude legende nog voortleeft. Hij was
verliefd op de dochter van een machtige sjeik. In zijn droom kwam
uit de borst van die sjeik een maan op, die zich tegen zijn eigen
borst verborg. Uit de maan groeide een boom, die de wereld over
schaduwde, Toen de sjeik van deze droom hoorde, gaf hij zijn
dochter Kamarije de maangelijke aan Osman ten huwelijk.
De troepen van Kamarije's zoon Orkan staken in 1357 de Hel
lespont over en stortten zich op het toen zwakke Byzantium. De
Turken vestigden zich daarna op de rand van Europa. Zo vertelt
Den Doolaard het in zijn in 1954 uitgegeven werk ,,Het land
van Tito".
Vóór 1840 heerste er een systeem, dat wel zeer sterk verschilde
van wat wij hier kenden. Zo behoorde b.v. bijna het gehele ge
cultiveerde gebied aan de Staat. De Staat gaf naar behoefte grond
aan personen, die konden zorgen voor soldaten. En die oorlogs
kracht had de Sultan vaak nodig, wanneer hij weer eens de oorlog
had verklaard aan vijandige naburen. Het aldus uitgegeven grond
gebied noemde men Timar. Andere gronden werden uitgegeven
aan oorlogshelden. Grond, afkomstig van dergelijke sultansgiften,
heette Zeamet. Een en ander gold alleen voor cultuurgrond. Deze
feodale manier van eigendomsverkrijging bleef bestaan tot de in de
Turkse geschiedenis dikwijls geciteerde Tanzimathervormingen
van 1840 (het jaar 1263 na de Hedzra). Hierbij werden ingrijpende
wijzigingen ingevoerd in een groot deel van Roemenië, Grieken
land en Bulgarije, Bosnië-Herzegowina, Macedonië, Syrië, Liba
non, Palestina en Irak, voorzover dit het onderwijs, de legerleiding,
rechtspraak, overheidsadministratie, literatuur en eigendomswet
geving, ja zelfs de kleding betrof.
Van dit tijdstip af werden o.m. de cultuurgronden afgegeven
aan de bewerkers. Officiële bureaus voor het registreren der
gronden bestonden er echter toen nog niet.
70