tot een sieraad op de schrijftafel. Waterpassing, landmeten, bodem-
kaartering en -bewerking vinden er een plaats naast de ruilver
kaveling.
De Grontmij te De Bilt, die tot doel heeft het verbeteren en ont
ginnen van gronden in de ruimste zin van het woord, ontwikkelde
zich van 1915 af tot één der belangrijkste maatschappijen in Ne
derland op cultuur-technisch gebied. Ontelbare werken op het ge
bied van de ontwatering, watervoorziening, bewerking van het
bodemprofiel, ruilverkavelinglandaanwinning en sanering werden
sindsdien uitgevoerd.
Ook in het buitenland is de Grontmij bekend. Zo werden in haar
arbeid betrokken projecten in Argentinië Paranarivier), Marokko,
Algiers en Tunesië (ontginningsplannen voor zoute rivierbekkens),
Engeland en Ierland (wegenaanleg) en meer dergelijke, dikwijls in
nauwe samenwerking met „Nedeco", het coördinerende lichaam
voor werkzaamheden van Nederlandse ingenieurs in het buitenland.
Landmeetkundige en topografische opnamenlaboratoriumonder
zoek, landbouwkundig en civieltechnsich georiënteerde projecten
behoren tot het werkprogram van de Maatschappij, die door de
uitgave van deze fraai uitgevoerde brochure opnieuw op een sym
pathieke wijze voor het voetlicht trad.
W. K.
Verslag Centrale Cultuurtechnische Commissie en
Cultuurtechnische Dienst over 1954* (Uitgave van het
Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoor
ziening.)
In juli j.l. verscheen het jaarverslag van de C.C.C. en de C.D.
over 1954, waarmede grotendeels de achterstand in het verschijnen
van de verslagen werd ingelopen.
Het keurig verzorgde verslag telt 136 blz., is voorzien van foto's
en grafische voorstellingen. De indeling in hoofdstukken is geheel
gelijk aan vorige jaren, hetgeen een vergelijken der diverse jaar
verslagen vergemakkelijkt.
Niet opgenomen is het jaarverslag van de Herverkavelings Com
missie Zeeland. Dit zal afzonderlijk verschijnen, maar het blijft te
betreuren dat zodoende een totaal-overzicht van de Cultuurtech
nische activiteiten ontbreekt.
Dit jaarverslag 1954 in zijn geheel te bespreken is een te omvang
rijk werk. Belangstellenden raden we aan te trachten een exemplaar
van de uitgave ter inzage te krijgen. Maar wel willen we op enkele
onderdelen de aandacht vestigen en enige cijfers geven. Zo wordt
in hoofdstuk I: algemeen samenvattende beschouwing over 1954"
de aandacht gevestigd op de evolutie op ruilverkavelingsgebied, die
zich aan het voltrekken is.
Het incidenteel verkavelen wil men beperken. In verband hiermee
166