De jubileum-publikatie is verlucht met portretten van Prof. Scher- merhorn en G. Fortuin en foto's en kaarten. Onder aanbieding van onze gelukwensen aan de Dienstleiding en ambtenaren van de M. D., waarmee ook wij nog steeds veel bemoeienis hebben, bevelen wij aandachtige lezing van de inhoud van deze uitgave gaarne aan. Bericlif aan de abonnees Door de herhaalde stijging van de exploitatiekosten is verhoging van het abonnementsgeld tot 7,50 per jaar noodzakelijk geworden* Deze verhoging gaat in op 1 januari 1957* Ingezonden Het zieke Kadaster 214 Met stijgende zorg heb ik de neergaande lijn gevolgd, die het kadaster de laatste jaren gaat. Waar gaan we naar toe? Bij tientallen ziet men de beste krachten verdwijnen. Als dit proces zich voor je ogen voltrekt, kan men het zich nog beter realiseren. De normale bezetting van mijn tekenbureau was steeds 9 a 10 ambtenaren. Dit aantal is sedert 1 januari geslonken tot 2 dames, en dit terwijl circa 6300 akteposten en 5700 controleursposten op afdoening wachten. We gaan zó bergafwaarts, dat zeer binnenkort een debacle te verwachten is. Als het kadaster j.e na aan het hart ligt, mag je dan zwijgen? Het is me bekend, dat er al jaren een grote onrust is bij het kadaster. Van waar die ontevredenheid, dat steeds maar trachten er onder uit te komen? Als ik hier de stemmen beluister, moet de hoofdoorzaak wel gezocht worden in de onzekerheid de eindrang van landmeetkundig ambtenaar A te behalen (de laatste tijd nog verergerd door de inschakeling van de toekomstige M.T.S.-ers). Als dit de normale eindrang was, zou men het kadaster niet vaarwel zeggen, want de meesten zouden, gezien hun sympathie voor dit werk, veel liever blijven. Is het niet een droevige figuur, dat het Rijk met veel kosten het personeel voor het kadaster gaat opleiden, en dit ziet verdwijnen zodra het produktief wordt? Moet dit zo door blijven gaan? Zal misschien getracht worden de zaak te rekken tot de niet-kadastrale markt verzadigd is? Maar dat zou nog wel eens heel lang kunnen duren! Er is m.i. maar één oplossing: het personeel aan het kadaster te binden door een behoorlijke bezoldiging en een doorstromende promotiekans. Waarom kan dit wel bij de landmeters, die bijna allen de hoogste rangen bereiken, maar niet bij de tekenaars, die dit slechts kunnen via onderzoek en examens! En werd de landmeetkundig ambtenaar dan nog maar behoorlijk bezoldigd! Hier allereerst een vraag. Zijn de ambtenarenorganisaties er zich niet van bewust, dat de salarissen nog 80% achter zijn ten opzichte van 1939? Immers de salarissen zijn sedert dien gestegen met 80 a 90 maar de levensstandaard met 170%. Waarom nemen ze dan genoegen met de kruimeltjes, die ons schaars worden toegemeten? Leefden we vóór 1939 soms zó in weelde, dat deze teruggang met 80% gerechtvaardigd is? Het is dan ook geen wonder, dat niet alleen bij het kadaster, maar in alle takken van overheidsdienst (en ik noem hier met name het militair beroepspersoneel) het verloop ontstellend groot is, en men de grootste

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1956 | | pagina 38