stuur van de Centrale. Onder meer werd ondergetekende gekozen
tot lid van dit college. Het optreden van het nieuwe bestuur over
brugde de bestaande tegenstellingen, waardoor dit bestuur het
volle vertrouwen geniet van alle aangesloten organisaties.
In deze situatie meent ons bestuur geen motieven meer te zien
om het lidmaatschap van de Centrale te beëindigen.
In febr. 1956 overleed plotseling de voorzitter van de Centrale,
de heer Steketee. Dit overlijden betekende een groot verlies voor de
Centrale. Een strijdbaar man en een goed bestuurder ging van ons
heen. Te vlug opgebrand. Hij ruste in vrede.
Een bekwaam voorzitter vond het hoofdbestuur in de heer C.
Oost, lid van het Dagelijks Bestuur van de Centrale en voorzitter
van de Bond van Departementsambtenaren.
Georganiseerd Overleg
Bij K.B. van 4 juni 1956 is de mogelijkheid voor het instellen
van Bijz. Comm. voor G.O. weer geopend. Tot op heden bleef de
samenstelling van een derg. comm. voor het ministerie van finan
ciën achterwege. Op korte termijn zal naar wij verwachten het
formeren van deze comm. plaats vinden. Het na de oorlog ge
pleegde overleg in de Bijz. Comm. was informeel en derhalve alleen
een vriendelijkheid van de Minister. Hoewel wij niet altijd de resul
taten bereikten, welke wij beoogden, zijn wij niettemin dankbaar,
dat er toch op enigerlei wijze overleg mogelijk was.
Door het bestuur zijn voorstellen ingediend, waarin gevraagd
wordt:
a. een toelage van ƒ40,oud (thans ƒ54,per maand voor
de chef de bureau;
b. verhoging van het maximum salaris van de landmeetkundig amb
tenaar tot 380,oud (thans 527,
c. de instelling van de rang van hoofdlandmeetkundig ambtenaar.
Over deze voorstellen is het overleg nog gaande.
Financiële toestand
Slechts door het overhevelen van een gedeelte van het saldo van
het vorig jaar heeft de penningmeester kans gezien een sluitende
begroting te verkrijgen. Aangezien op deze begroting een belangrijke
plaats wordt ingenomen door de post uitgetrokken voor de komende
viering van het 60-jarig jubileum is er geen reden tot grote on
gerustheid. Niettemin stemt het tot nadenken en kan ik de op
merking van de penningmeester, dat ,,het voortbestaan van onze
vereniging afhankelijk is van de ledenwerving" slechts onder
strepen.
Programma-commissie
De voorbehandeling van het program van actie in de afdelingen
heeft haar nut opgeleverd. Na het beantwoorden van verschillende
220