bepaalt men de richtingscoëfficiënt mAls (x2> z/2een tweede punt is van de ellips, gaat de snijlijn door de genoemde twee punten in een raaklijn over, als x1 x2 wordt. De richtingscoëfficiënt van de raaklijn is derhalve m lim yi y* Nu is y\ A *i2 en y<? K; b\ a a zodat yx2 y23 fo3 x23) of 62 (yi yi) (y 1 j/2) ta *2) fo xè- Dit is ook te schrijven als y_i ih xx x2 a3 y2' Maakt men de limietovergang van x2->xlt dan blijkt b2 x m -2— -- de richtingscoëfficiënt te zijn van de raaklijn in a~ y 1 het punt (x^ i/i). Tot hetzelfde resultaat komt men, als men de ellipsvergelijking schrijft in de vorm y zt Va'2 x2 en dan voor het punt (xi, yi) het differentiaalquotiënt bepaalt: [d y\ 1 b 2 X] b2 x1 m m dx)l [2 a'Va8 a* 0i' Ook als men h2x2 a2j/2 a2t2 direct naar x differentieert komt men vlug tot het gestelde doel. Men krijgt dan 2 b2 x 2 a2 u 0, dus -j— 5 dx dx a"' y De vergelijking van de raaklijn in punt (xx, z/i) van de ellips b2 x luidt dus y y± - (x xx). Voor punt (0, b) krijgt de raaklijn bijgevolg de gedaante y */i 0 of y d~\ b; dit is de vergelijking van de bovenste zijde van de eerder genoemde rechthoek. Een op dezelfde wijze voortgezet onderzoek toont aan, dat de overige zijden van dië rechthoek vallen op de raaklijnen in 180 X2-> Xi X~L X2 ~to o du du b2 x a y 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1956 | | pagina 4