Wie het als een bezwaar voelt bij de beschreven benaderings- constructie door middel van kromtecirkels de aanvullende verbin ding tussen de bogen op het oog te schetsen, kan dit vermijden a. door met een van de bekende papierstrookconstructies een ge wenst aantal punten te tekenen in het gebied waar men zich onzeker voelt, punten, die men dan hetzij uit de vrije hand, hetzij met behulp van een tekenmal kan verbinden; b. door gebruik te maken van een cirkel, waarvan de straal het gemiddelde is van de gebezigde kromtestralen/2) Wij zullen ons hier tot het onder b. genoemde beperken; bij deze werkwijze wordt de ellips dus benaderd door drie verschillende cirkelbogen. De uitvoering van deze constructie ziet men in figuur 4. Uit U1 en V2 wordt het halve verschil van de kromtestralen omgeboogd; het snijpunt is C. Rechte CU1 snijdt cirkel in D, rechte V2C snijdt cirkel V2 in E Van de kromtecirkels in de uiteinden van de assen van de ellips worden nu alleen de delen B1E en AtD gebruikt; de verbinding DE wordt tot stand gebracht door uit C als middelpunt een cirkel boog te trekken met 1(2 (gA als straal. Volgens deze constructie kan de ellips dus met zeer goede benadering uit drie verschillende cirkelbogen worden samenge steld.3 Dat de aanvullende verbindingsboog het gemiddelde van de kromtestralen tot straal heeft, ziet men als volgt: CD CU1 U^D Vj (pB Vs (qa qb), CE= V2E— V2C gB V2 (qb +eB)- Deze constructie geeft, zonder ingewikkelder of tijdrovender te zijn, een wat betere benadering van de ellips dan de constructie van de pseudo-ellips uit twee verschillende cirkelbogen, die in de pas verschenen h.t.w. op blz. 49 is beschreven, en waarbij men vooral bij langgerekte ellipsen een storende afwijking opmerkt aan de uiteinden van de lange as; de overgang van de cirkel met kleine straal in de boog met grote straal geschiedt, door het grote lengte- 185 2) Het kiezen van het gemiddelde der kromtestralen voor de verbindingsboog bevat een element van willekeur. Dit is onvermijdelijk. Omdat de aansluiting zeer goed is, aanvaarden we deze oplossing om zijn eenvoudigheid. Een voorbeeld van een andere straalkeuze voor de verbindingsboog geeft Gelbke in het Zeitschrift für Vermessungswesen 1938, blz. 349. 3) Om een nog betere aansluiting te waarborgen zou men de pseudo-ellips uit nog meer cirkelbogen moeten samenstellen door in zoveel mogelijk punten de kromtestralen te construeren. Dit is evenwel te bewerkelijk. Voor de praktijk schrikken we al terug voor het construeren van de pseudo-ellips uit vier cirkel bogen, zoals men die kan aantreffen in Prof. dr. Oskar Schlömilch, Übungsbuch zum Studium der Höheren Analysis I, Leipzig 1904.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1956 | | pagina 9