Wat contact met andeten betreft is het van belang of men met betrekking tot zijn taakal dan niet veel of langdurig contact met collega's, ondergeschikten, superieuren, buitenstaanders e.d, heeft, alsmede van welke aard het contact is. Wat uitoefening van gezag betreft gaat het om het aantal per sonen, waarover en de omstandigheden, waaronder dit gezag wordt uitgeoefend, waarbij van belang is of men een direct contact heeft, dan wel dit dient te zoeken enz, T.a.v, het contact met buitenstaanders gaat het bijv, om de invloed, die men behoort uit te oefenen en het overwicht, dat men eventueel moet bezitten. Wat uitdrukkingsvaardigheid betreft gaat het vooral om de vraag of het tot de uitgeoefende functie behoort zijn gedachten over het werk goed en duidelijk te kunnen formuleren in woord en/of geschrift. De taakanalist zal hier per functie steeds moeten aangeven, waarom en met welke snelheid men tot bedoelde formu lering moet kunnen komen. Wat de bewegingsvaardigheid betreft gaat het meer om de snel heid, de nauwkeurigheid, de samengesteldheid, de kracht of voor zichtigheid, het tempo e.d., waarmede bepaalde bewegingen bij de uitoefening van de functie moeten worden uitgevoerd. Wat materiaal- en machinegevoel betreft gaat het er om in welke mate men in zijn functie instinctief moet aanvoelen, hoever met een bepaald materiaal kan worden gegaan met buigen, ver hitten, harden e.d. bij vereiste handelingen, terwijl men t.a.v. machinegevoel als het ware moet kunnen tasten tot welk toerental men bij een bepaald werk de snelheid van een aandrijving kan opvoeren. Bezwaren aan de arbeid verbonden Onder zwaarte van de arbeid is te verstaan de extra krachts inspanning en de duur en veelvuldigheid ervan. Onder inspannende houding en eenzijdige beweging is bijv. te verstaan het boven de macht werken, gebukt werken e.d., alsmede de duur, de mate en veelvuldigheid ervan. Onder bezwarende oplettendheid is te verstaan de mate van oplettendheid, die bij het werk noodzakelijk is eentonigheid ervan in aanmerking genomen alsmede eveneens weer de mate en duur ervan. Onder bezwaren van de werksfeer en het materiaal dient men te begrijpen stof, vuil, roet, koude, tocht, hitte of scherp licht, gebrek aan luchtverversing of licht, vocht, rook, stank, belemme rende veiligheidsmiddelen e.d. Onder persoonlijk risico verstaat men de kans van het bekomen van ongevalsletsel of beroepsziekte alsmede de ernst daarvan. Bij speciale eisen gaat het erom, dat bepaalde eisen, die niet onder de reeds genoemde gezichtspunten zijn onder te brengen, voor de uitoefening van de functie moeten worden gesteld, bijv. speciaal herinneringsvermogen, proef- of reukvermogen e.d. 28

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1957 | | pagina 28